Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

wanneer ik onophoudelijk 
de herinnering aangaande 
jou in mijn smeekbeden 
breng, nacht en dag
     2 Timotheüs 1:3^b

Paulus had heel veel om voor
te danken, én om te bidden.
Hij bad, dat het woord van de
Heer snelle voortgang mocht
hebben en verheerlijkt worden.
Maar hij bad óók voor deze o
zo waardevolle Timotheüs,
en dat zelfs nacht en dag.
Wij kunnen de zo belangrijke
dienst van voorbede doen, in
de trein, op de fiets, in auto
en in huis (de binnenkamer).
De meeste periodes waren in
Paulus’ leven erg druk en dan
sliep hij niet veel. Hij werkte
in de opstandingskracht van
zijn Heer. Zo getuigt hij in de
brieven aan de Korinthiërs en
Filippenzen, bijvoorbeeld.
Laten wij dit voorbeeld volgen.

Vreugde heb ik tot God, Die 
ik vanaf mijn voorgeslachten
godsdienst oefen in een rein 
geweten
        2 Timotheüs 1:3^a

Genade of vreugde is in het
hart, dat kan niet anders dan
dank opleveren. We danken
Hem met vreugde. Wie?
De Plaats-er, God, Die allen
redt: Paulus dient Hem.
Ook wij, als we denken aan
Romeinen 12:1,2; je lichaam
stellen tot levend, heilig en
God welgevallig offer; onze
logische godsdienst. Paulus
kon dat doen in een rein of
zuiver geweten. Reiniging is
al geweest, we zijn dat ook
bewust geworden. Waarin
we nog struikelen? Nodig,
opdat we temeer beseffen
hoe wij Vader nodig hebben.

aan Timotheüs, geliefd kind. 
Genade, barmhartigheid en 
vrede van God, de Vader, en 
van Christus Jezus, onze Heer
     2 Timotheüs 1:2

Hoofd van het lichaam is
Christus Jezus. Hij wordt in
1:1,2 drie keer genoemd.
Paulus is apostel van Hem;
het leven is in Christus Jezus
en de genade en vrede zijn
óók door Hem ons deel.
Hij is onder de Vader de
Hoogste van de schepping.
De zichtbare én onzichtbare
ressorteren onder Hem. Hij
zal ook zorgen dat allen de
knieën zullen buigen.
Wij onderschikken ons -nu
al- compleet aan Hem.  

aan Timotheüs, geliefd kind. 
Genade, barmhartigheid en 
vrede van God, de Vader, en 
van Christus Jezus, onze Heer
     2 Timotheüs 1:2

Zowel genade als vrede zijn
gebaseerd op goed nieuws.
De verkondiging van genade
hield ook in: verzoening en
vrede, zie Romeinen 5:1 :

wij dan, gerechtvaardigd uit
het geloof, hebben vrede naar
God toe, door onze Heer
Jezus Christus

Dat is de basis van de groet
zoals de brieven beginnen.
De vrede is die van God en
en Zijn Zoon; die wordt aan
ons als gelovigen gegeven.
Ze gaat verder dan ‘shalom’
tegen elkaar zeggen; vrede
met God is alles waard en
werkt uit naar de ander toe.

aan Timotheüs, geliefd kind. 
Genade, barmhartigheid en 
vrede van God, de Vader, en 
van Christus Jezus, onze Heer
     2 Timotheüs 1:2

God betoonde barmhartigheid
aan Zijn vijand Saulus. In plaats
van een gericht, betoonde God
hem genade. Hij ontfermde Zich
over de fanatieke vervolger van
de uitgeroepenen. Het warme
hart van liefde van God bleek
te kloppen voor hem, u, jou, mij.
Alles veranderde voor Saulus;
Ananias hief zijn blindheid op.
God gaf hem het juiste zicht, en
velen kregen dat daarna door
brieven die Paulus schreef.
Gods barmhartigheden voor de
mens zijn bekendgemaakt in de
Romeinenbrief. Op basis daarvan
roept God ons. Wij stellen onze
lichamen tot een levend, heilig
en God welgevallig offer!