In dit nummer onder andere:
* De vastgestelde feesten van God – Loofhutten,
door Ans Bouman
* Gezonde en ongezonde redeneringen – Alfred Dekker
En meer boeiende, opbouwende artikelen.
Mocht u deze nog niet hebben ontvangen, laat het
weten via een berichtje (gorterd@protonmail.com)
en het wordt aan u toegezonden.
Woord vandaag
Bewerend wijs te zijn, werden zij
dwaas gemaakt
Romeinen 1:22
Hier de scherpe tegenstelling die
Paulus ook in 1 Corinthiërs 1 laat
zien. De wijsheid van de wereld:
dwaasheid voor God. Daar komt
de kruisdood van de Heer sterker
naar voren. Hier gaat het ook om
iets wezenlijks: God is Schepper.
En dat zou het schepsel (dat na
kan denken) erkennen. De mens
is bezig te redeneren zonder zijn
God en Schepper. Dat is dwaas.
Daardoor wijkt de mens af in het
denken, de wetmatigheid is dan,
dat het gedrag ook van God gaat
afwijken. Hij is de Plaatser; waar
de mens niet langer de juiste plek
inneemt, heeft dat gevolgen. We
belijden: Ja Heer, God, U heeft
alles gemaakt, ook mij, en geeft
mij de juiste plaats, dank U wel!
Woord vandaag
maar zij werden vruchteloos
in hun doorredeneringen en
hun onverstandig hart is
duister geworden
Romeinen 1:21b
Het gevolg van het bewuste niet
verheerlijken of danken van God
is wat in onze tekst staat. Door-
redeneren zonder God leidt tot
niets. Maar doorredeneren van-
uit Schriftgegevens leidt ook tot
niets, meestal. Duisternis neemt
toe in het hart en daardoor blijkt
de mens onverstandig dan wel
onnadenkend te zijn. Regelmatig
lijkt wat de filosofen zeggen wel
interessant of logisch, maar leidt
tot doorgaans tot niets. De mens
blijkt hopeloos afhankelijk van de
de geest van God. Zonder dat zal
het niet wat kunnen worden. En
wat kunnen wij dan dankbaar zijn
voor God geschenk: Zijn geest!
Woord vandaag
omdat zij, God kennend, Hem
niet als God verheerlijken of
danken
Romeinen 1:21a
De mens is onverdedigbaar voor
de grote witte troon, zagen we
gisteren. Hier lees je een verdere
reden: men kent God zeker wel,
maar wil God niet danken en de
eer geven. Men stelt zichzelf als
mens in het middelpunt. We zijn
en leven in de dag van de mens
(1 Corinthiërs 4:4,5).
Die eindigt compleet mislukt,
vanuit menselijk oogpunt gezien.
En dat heeft alles met onze tekst
te maken. De mens verheerlijkt
en dankt God niet. Terwijl men
Hem in het algemeen wel kent/
kende. Hoe? Door woorden van
God; velen hoorden of lazen dat
God Schepper is, Zijn schepping
vasthoudt. Zo kent men God: uit
schepping en/of uit woorden. Zo
was/is de mens onverdedigbaar
als het er echt op aan komt.
Woord vandaag
zowel Zijn onwaarneembare
kracht als Zijn goddelijkheid,
zodat zij onverdedigbaar zijn
Romeinen 1:20b
De mens kan uit de schepping, de
werken van God, Zijn onzichtbare
kracht én goddelijkheid zien en
waarnemen. De mens kan, in de
eigen ervaring, God wegduwen in
het leven, heel bewust. Dat doen
mensen. Daarbij zijn zij zich echter
niet bewust, dat de geest van de
leugen (de tegenwerker) invloed
op hen uitoefent. Sommigen zijn
wel verstrikt geraakt in duisternis
en wenden zich heel bewust tot
misleidende geesten en leringen
van demonen (1 Timotheüs 4:1).
Zij beïnvloeden weer anderen en
brengen hen op een dwaalspoor.
Voor de grote witte troon zullen
zij zich niet kunnen verdedigen.
Alles zal daar direct openbaar zijn.
Het gaat allemaal blijken, het is
de waarheid van en over God.
Zijn kracht en goddelijkheid staan
vast, wij danken God, de Vader.