… als niets hebbend en alles
vasthoudend…
2 Korinthiërs 6:10b
Van onszelf bezitten wij niets.
Ook het aardse ‘bezit’; het is
van God. In bruikleen mag de
mens het benutten. De aarde
is van Jahweh, en Hij deelt toe
aan wie Hij wil.
Als wij voldoende kleding en
voedsel en onderdak hebben
dan is dat genoeg.
Tevreden zijn en godsvrucht
hebben; dat is waarachtig het
kapitaal voor ons.
In wezen bezitten wij alles; de
enorme geestelijke rijkdom in
Christus is alles waard. Zo ben
je rijker dan de allerrijkste op
aarde. De plaats van zoon in
Hem; gerechtvaardigd uit in
Zijn genade; hemelse roeping;
Vader, dank U wel.