‘Mooi uitzicht in Titus.’
De reddende genade van God is
Christus Jezus. Hij komt spoedig:
….Die zichzelf heeft gegeven
voor ons, opdat Hij ons verlost
van alle wetteloosheid en voor
Zichzelf een volk reinigt om
rondom Hem te zijn, strevend
naar uitstekende werken
Titus 2:14
Hij stierf aan het kruis en stond
op uit de doden. Het is Zijn werk,
Zijn zichzelf geven voor allen.
‘Wij zijn verlost.’
En wij worden in het dagelijks
leven door Hem verlost van alle
wetteloosheid. De Schrift zegt,
dat zonde de wetteloosheid is.
(1 Johannes 3:4). Dat gaat veel
verder dan overtreding van de
wet. Hij geeft Zijn geest in ons
waardoor in ons Zijn kracht aan
het werk is. Dát verlost van wet-
teloosheid, niet iets van jezelf.
‘Een speciaal volk.’
Dit woord volk is vaak voor Israël
gebruikt in de Griekse Schrift. In
dit tekstverband echter niet. De
apostel Paulus schrijft aan Titus,
binnen het kader van de gelovi-
gen van deze tijd, het lichaam
van Christus. Dit is een bijzonde-
re roeping te midden van de he-
melsen. Terwijl Israël haar eigen
plaats op aarde te midden van
de volkeren heeft.