2 juni 2020
‘De koninkrijksgemeente.’
De uitdrukking komt als zodanig niet
in de Schrift voor. Je kunt wel zeggen,
dat het gaat om geroepenen. Zij had-
den gehoor gegeven aan het evangelie
van het koninkrijk, zoals dat ook door
Johannes de doper, en de Heer Jezus
Zelf verkondigd was. Zij riepen: bekeer
je, want het koninkrijk van de hemelen
is nabij gekomen. De Koning liep te
midden van Zijn volk rond.
‘Zij verwierpen Hem.’
Men wilde dat Hij hen zou verlossen
van het juk van de Romeinen. Maar
daar gaf Hij geen aanleiding voor. Hij
riep niet op tot een revolutie tegen
de gevestigde orde van die dagen. Hij
zei eerder dat zij aan de keizer zouden
geven wat moest, dus belastingen be-
talen die de keizer oplegde. Ze riepen
nog ‘hosanna’ (red ons toch) vlak voor-
dat Hij gekruisigd werd.
‘Petrus verkondigt ook het koninkrijk.’
Dat was helemaal conform Tenach.
De profeten spraken van de Messias
die Koning over hen zou zijn. Hij was
gekomen; en na Zijn opwekking uit de
doden had Hij de leerlingen verteld, in
de 40 dagen vanaf Pesach tot Shavuot
wat het koninkrijk van God betreft. Zij
zouden in heilige geest gedoopt wor-
den, zoals Hij zei en in de opperzaal
aangekondigd had. Dit was uitsluitend
in verband met Israël gezegd, met het
oog op het komende aardse koninkrijk.