Woord vandaag

29 mei 2020  

‘Alles is uit God.’

Je doet er een heel geloofsleven over
om dat echt te aanvaarden. In ons le-
ven kunnen we dat moeilijk, omdat e-
moties, gevoelens, opvoeding, eigen
denken et ecetera verhinderingen zijn.
Je blik wordt erdoor vertroebeld, ter-
wijl bij God, de Vader, alles helder is.
Hij voert Zijn voornemen uit, in over-
eenstemming met de raad van Zijn wil.

‘Dat zijn de diepste redenen.’

Constaterend kun je zeggen, dat veel
gelovigen daar niet aan willen. Zij zijn
geblokkeerd door tradities, zoals het 
spookbeeld van een vrije wil. Dat de 
mens zelfstandig kan beslissen als het
gaat om de eeuwigheid. In Romeinen
9 lees je iets anders. De God Die het
al vermag en een mens die in wezen
niets te vertellen heeft.

‘Dat raakt de trots van de mens.’

Van die eigendunk of waan blijft, in
het licht van Gods woord, niets over.
We zijn gezegend door God, Hij koos
al de gemeenteleden uit. Maar dat is
ook met Israël zo. Door afstamming 
word je in dat volk geboren, of niet. 
Of je als ongelovige via de grote wit-
te troon de route aflegt is óók door
God bepaald. Soli Deo gloria.

Woord vandaag

28 mei 2020

‘Farao was instrument.’

Uiteindelijk zijn alle mensen dat. Ieder 
mens heeft de eigen unieke functie in
Gods plan. Wie voor het lichaam van
Christus uitgekozen zouden worden, 
is niet van henzelf afhankelijk:

zo hangt het niet af van hem die wil,
ook niet van hem die rent, maar van
God, Die barmhartig is

                                     Romeinen 9:16

Dit is de hoogste overweging. Nog zo
een lees je in een andere brief.

‘Fijn om weer te horen.’

Wat Paulus aan Galaten schrijft:

maar toen God, Die mij afzonderde 
vanaf de schoot van mijn moeder en
riep, door Zijn genade….
                                          Galaten 1:15

Het was God Die afzonderde en riep.
Saulus had geen berouw en bekeerde
zich niet. Niks van dat alles. God riep.
Ook kun je Romeinen 8:29,30 erbij le-
zen, dat God tevoren kent, bestemt,
roept, rechtvaardigt en verheerlijkt.

‘Ja daar ben ik zó blij mee.’

Niets is van de mens afhankelijk. An-
ders zou het zeker mis gaan. Maar nu
alles van God afhankelijk is, is alles te-
gelijk zeker en vast. Ten slotte, hoog-
ste overweging voor alle gelovigen:

werkt je redding met vrees en beven 
uit, want God is het, Die in jullie zowel
het willen als het werken voor Zijn wel-
behagen bewerkt

                            Filippenzen 2:12b,13  

Woord vandaag

27 mei 2020

‘De kracht van God.’

Gods kracht is onvoorstelbaar groot.
Dat zien we ook in de geschiedenis 
met de Farao en Mozes. De eerstge-
noemde had niets te vertellen:

want de Schrift zegt tegen de Farao:
Juist hiertoe heb Ik jou verwekt

        Romeinen 9:17a, Exodus 9:16

God verwekte de Farao tot koning, 
terwijl men aan het Egyptische hof 
daarvan niets wist. 

‘Gaat dat nóg verder?’

Dat is wel zo, ja. God heeft alles in
Zijn hand
. Hij werkte Zijn bedoeling
uit. Het commentaar van Paulus op
de gang van zaken verheldert:

…dat Ik in jou Mijn kracht zou tonen
en Mijn Naam verkondigd zou wor-
den op heel de aarde
    Romeinen 9:17b, Exodus 9:16b

Jahweh zei dat via Mozes tegen Farao
na de zesde plaag. 

‘Duidelijk wie dat in handen heeft.’

Paulus had al gezegd:

zo hangt het niet af van hem die wil,
ook niet van hem die rent
                                Romeinen 9:16a

Menselijke wil of inspanning doen er
niet toe. Allesbepalend is God:

…maar van God Die barmhartig is
                                Romeinen 9:16b

..dus Hij is barmhartig over wie Hij wil,
en Hij verhardt wie Hij wil

                                Romeinen 9:18

Dat is geen willekeur, maar God han-
delt te allen tijde vanuit Zijn liefde.

Woord vandaag

26 mei 2020

‘Verdiepende overwegingen.’

Het ontgaat heel wat christenen en
gelovigen wat de diepe betekenis is
van de kruisiging. Zou men daarvan
doordrongen zijn, dan zag het er an-
ders uit. Maar we kunnen ook niet 
aan de uitspraak ontkomen, dat al-
les uit God is
. Toch raakt het je, als
je om je heen kijkt en ziet hoe wei-
nig men van de kracht van God op
de hoogte is. 

‘Het evangelie.’

Als je bedoelt dat dat de kracht van
God tot redding is
, ja. Het evangelie 
is goed nieuws over God, over Chris-
tus Jezus. Wat zij deden en doen is 
allesbepalend. Zegen voor de mens.
Paulus noemt ook prediking:

want het woord van het kruis is voor
hen die omkomen (verloren gaan)
dwaasheid, maar voor ons, die gered
worden, is het Gods kracht

                            1 Corinthiërs 1:18

 ‘Ja, dat is heel fijn.’

Van zowel het evangelie van God als
van het woord van het kruis stelt de
apostel vast: het is Gods kracht voor
redding. Voor iedereen; en nu al pro-
fiteren alle gelovigen van de kracht 
van het evangelie, van de smadelijke 
kruisdood van onze Heer Jezus Chris-
tus. Daar zit de werkelijke kracht, de 
offers onder het oude verbond waren
tijdelijk en zwak, dit Offer is blijvend
krachtig.

Woord vandaag

25 mei 2020

‘De kruisiging van onze Heer.’

Dat is een gebeurtenis die essentieel is
in het evangelie dat Paulus brengt. In 
de studies over en vanuit Kolossenzen
1:20 staat Zijn kruisdood centraal. Ook
in de studie die pas uit is, gaat het om 
de betekenis van Zijn kruisiging, 2000 
jaar geleden inmiddels. Maar het heeft
nog volle uitwerking nú in ons leven als
gelovigen. 

‘Het verdiept, ik ben er blij mee.’

We danken God, onze Vader, dat het 
geweest is. En voor de uitwerking die
het heeft. We zijn gezegend op grond
van Zijn volbrachte werk aan het kruis.

We zouden er niet makkelijk langs lo-
pen, geestelijk gezien. Paulus spreekt
in de Galatenbrief  3x over ‘kruis’; 2 x
over ‘kruisigen’ en 1x over ‘gezamen-
lijk kruisigen’ (2:20). 

‘Genade en vrede als gevolg.’

Dat klinkt in de laatste studie, ja. In bij-
na alle brieven opent Paulus met deze
woorden. We beseffen, dat die gevolg
of vrucht zijn van Zijn kruisdood en op-
wekking uit de doden. Tegelijk zijn we
ons bewust: het kruis trekt een grens:

dit erkennend, dat onze oude mens-
heid gezamenlijk (met Hem) gekrui-
sigd werd, opdat het lichaam van de 
zonde buitenwerking gesteld wordt 
en wij niet meer slaaf van de zonde 
zijn                                   
Romeinen 6:6