14 maart 2020
‘Ja, fijn dat Romeinen 8.’
Een geweldig hoofdstuk uit de monu-
mentale brief van Paulus. Het biedt al-
le verwachting die de zonen van God
nodig hebben. Paulus spreekt ook van
de geest van zoonschap die wij ontving-
en. Door die geest roepen wij het uit:
Abba, Vader!
We wandelen dagelijks voor Zijn aan-
gezicht, ook al zijn we ons dat niet zo
bewust. God is het, Die in ons werkt.
‘We zijn uiterst rijk.’
De heerlijkheid die wacht overtreft al-
les. Duidelijke woorden die je leest:
want ik reken, dat het lijden van de te-
genwoordige era niet te waarderen is
ten opzichte van de heerlijkheid die op
‘t punt staat in ons onthuld te worden
Romeinen 8:18
De heerlijkheid zal niet buiten ons om-
gaan. Juist niet. Paulus schrijft hier het
voorzetsel naarbinnen, dat we dan met
in vertalen, maar het drukt uit: een be-
weging naar binnen in.
‘De heerlijkheid komt in ons.’
Zoals je door een deur (naar binnen) in
een andere ruimte of kamer komt, zo
zal de heerlijkheid in ons zijn. Vernieuw-
ing van ons lichaam in onsterfelijkheid,
onverderfelijkheid, kracht en leven, dat
zullen we merken ook. Gods geest zal in
ons zó krachtig werken, dat we licht zul-
len uitstralen, letterlijk, maar ook gees-
telijk. Dat zal voor de hemelsen iets op-
merkelijks zijn. Daar zien we naar uit!