Geen gesneden beeld maken, zo klonk het in de wildernis direct na de uittocht uit
Egypte. God gaf woorden die voor Israël bepalend waren en zijn. Toch kwam de
afgoderij, waar zat die eigenlijk?
Paulus kreeg ook te maken met veel afgoden in zijn dagen. Wat verkondigt hij?
Hans van der Kleij sprak daarover op 21 december 2025
Op verzoek kan de tekst op papier worden toegestuurd.
Mail naar gorterd@protonmail.com
Naluisteren: deel A en deel B
Zien, of geloven?
Woord vandaag
maar, zoals wij getoetst zijn
door God, om het evangelie
toevertrouwd te krijgen, zo
spreken wij, niet om mensen
te behagen maar God, die
onze harten toetst.
1 Thessalonicenzen 2:4
Het motief komt hier duidelijk
naar voren: Paulus en zijn
medewerkers, zij willen alleen
God behagen. Hij gaf opdracht
om Zijn evangelie te spreken.
Hij vertrouwde dat aan Paulus
en zijn medearbeiders toe.
En zij waakten ervoor dat te
verkwanselen. Er waren in die
dagen (en zijn er ook nu!) de
‘bedrieglijke werkers’ ofwel
‘valse apostelen’. God test en
toetst de harten inzake motief.
En , ja zij moesten spreken dat
wat God zegt. En zo gebeurde
dat in Thessaloniki, ook nadat
Paulus weer verder was gegaan
naar andere plaatsen. Zij, die
zijn evangelie gehoord hebben,
zouden ermee doorgaan. Zulke
rijkdom is niet alleen voor jezelf.
Woord vandaag
Want onze aanspreking is
niet uit dwaling, noch uit
onreinheid, noch in bedrog
1 Thessalonicenzen 2:3
Paulus kadert scherp wat het
evangelie van God is. Ook de
‘aanspreking’ (vertroostend,
vermanend) was zuiver. Om
de inhoud sterker voor het
voetlicht te krijgen is Paulus
door zijn motivering bezig,
de critici het zwijgen op te
leggen. Want er zijn steeds
gelovigen, die de intenties,
de motieven van Paulus ter
discussie stellen.
Het ‘framen’, in een bepaald
kader zetten, is een populaire
methode om de aandacht op
en gesprek over de inhoud af
te leiden. In wezen gaat het
gesprek daarna over bijzaken
en is dus niet opbouwend.
Dat is afleiding, de diabolos
(tegenwerker) gebruikt zulke
gelovigen om vurige pijlen
te schieten op de navolgers
van Paulus.
Woord vandaag
alhoewel de werken vanaf de
nederwerping van de wereld
plaatsgevonden hebben;
want Hij heeft ergens zo
uitgesproken over de zevende:
“En God hield op in de zevende
dag van al Zijn werken.”
Hebreeën 4:3b,4
De Jood, de Israëliet onder de
Thora, de wet, ijverde om een
stuk gerechtigheid voor God
te realiseren. Nu de schrijver
hier dringend oproept om te
vertrouwen op de beloften
van God, komt opnieuw het
ophouden of stoppen van God
(Elohim) naar voren.
De werken zijn hier die van
Elohim in Genesis 1 vanaf de
nederwerping van de wereld.
Hij herstelde een tot chaos en
leegte en duisternis vervallen
wereld. Het prachtige systeem,
de ordening die sinds Genesis
1:1 heerste, het was verstoord
door satan, tegenwerker van
God. Welke schepselen op die
eerste aarde ‘woonden’? Het
zal een ‘ernaar raden’ zijn tot
wij het horen van de Heer.
Het gericht van God kwam op
de rebellen die revolutie en
wanorde veroorzaakten. Ook nu, in onze dagen, horen en
zien en lezen wij hetzelfde: er
wordt gewerkt aan een grote
omwenteling.
Wij zien reikhalzend uit naar
Zijn terugkeer!
Woord vandaag
Wij dan die geloven komen
binnen in het ophouden,
zoals Hij heeft uitgesproken:
Zoals Ik gezworen heb in Mijn
verontwaardiging: ‘Indien zij
zullen binnenkomen in Mijn
ophouden!’
Hebreeën 4:3
Opnieuw komt de schrijver
met het citaat uit Psalm 95:11.
In het stoppen met de eigen
werken, het ophouden, ligt de
rust van het geloof. Opnieuw
klinkt de roep om gericht te
zijn op geloof in de beloften
van God. Hij komt, de Messias
zal Zijn aardse koninkrijk gaan
vestigen – op Gods tijd.
De waarschuwing uit de Psalm
is voor hen duidelijk. Aan de
ene kant wijst de schrijver op
het gevaar van terugvallen. We
zien ook, dat de schrijver de
ophemelse roeping (3:1) naar
voren brengt. Dat is richting de
waarheden die Paulus brengt.