Woord vandaag

Nu is het niet zo, dat het 
woord van God uitgevallen is, 
want niet allen die uit Israël 
zijn, deze zijn Israël
           Romeinen 9:6

Gods woord + Zijn liefde vallen
nooit uit. Beloften aan Israël
blijven staan. God zal ze
waarmaken. Nu zegt de tekst:

niet allen die uit Israël zijn,
deze zijn Israël


Wat wil dat zeggen? Paulus zal
dat toelichten. Heel het volk
Israël stamt van Abram af naar
het vlees. En het probleem dat
Paulus zag, was dat het volk als
geheel niet geloofde.  Er was
een gelovig deel in Israël, en dat
kan pas écht Israël heten.

Woord vandaag

Nu is het niet zo, dat het 
woord van God uitgevallen is, 
want niet allen die uit Israël 
zijn, deze zijn Israël
           Romeinen 9:6

Wat geweldig is dat: Gods
woord valt niet uit. Als de
stroom uitvalt heb je geen
licht. Je apparaten werken
niet meer. Veel ongemak.
Gods liefde valt ook nooit
uit, Hij heeft je altijd lief. Is
dat niet heerlijk? Zo blijven
de beloften van God aan
Israël staan. Ondanks wat
Paulus zag: ongeloof bij zijn
volk Israël, bleef hij voor ze
bidden. Goed voorbeeld!
 

Woord vandaag

van wie de vaders zijn en uit wie 
de Christus naar het vlees is, Die 
is over allen. God zij gezegend 
voor de eonen. Amen!

Romeinen 9:5

‘De vaders’ zijn Abraham, Isaäk,
Jakob, Jozef. Het voorgeslacht.
Dat houden zij in ere, en Paulus
wijst daarop. Aan die vaders zijn
rijke beloften gedaan die hun
God en Vader zal waarmaken.
Als hoogtepunt noemt hij, dat de
Christus, de Messias (Gezalfde),
óók uit Israël is voortgekomen.
Die staat ver boven alle vaders:

Die is over (boven) allen.

Het draait om Hem. HIJ vervult
alle typen en schaduwbeelden.
We roepen met Paulus dankend
mee:
God zij gezegend voor de eonen!

Woord vandaag

die Israëlieten zijn, van wie de 
zoon-plaatsing is, en de 
heerlijkheid en de verbonden en 
de wet-plaatsing, en de dienst
aan God en de beloften
         Romeinen 9:4

De beloften worden als laatste in
de rij zegeningen genoemd:

aan Abraham nu werden de
beloften uitgesproken en aan
zijn zaad. Hij zegt niet: aan zijn
zaden, als over velen, maar als
over één: ‘en aan uw zaad’, dat
is Christus

      Galaten 3:16; Genesis 22:18

Deze belofte werd herhaald aan
Isaäk en Jakob. Ook waren aan
het volk Israël op zich beloften
gegeven, die niet door de hun
gegeven wet (en overtreden
ervan) ongeldig werden.
Zij zullen koningen en priesters
op aarde zijn, en het grote licht
voor de natiën, door hun Messias
Jezus Christus, het Licht van de
wereld.

Woord vandaag

die Israëlieten zijn, van wie de 
zoon-plaatsing is, en de 
heerlijkheid en de verbonden en 
de wet-plaatsing, en de dienst
aan God en de beloften
         Romeinen 9:4

Israël -als uniek volk van God-
ontving de dienst aan God en
de beloften. De priesters en de
levieten dienden bij tabernakel
en tempel. Dat is de dienst die
schaduw is van de goddelijke
dienst van de hemelsen
, zoals
genoemd in Hebreeën 8:5.
Anderzijds was deze aan Israël
gegeven dienst typologisch een
voorafschaduwing van wat in
Christus vervuld zou worden.
In wezen spreekt alles van de
tabernakel en de tempel van
Hem, Die komen zou.