Woord vandaag

in herinnering houdend het 
ongeveinsd geloof dat in jou is, 
dat eerst in jouw grootmoeder 
Loïs en in jouw moeder Eunike 
heeft gewoond

          2 Timotheüs 1:5a

Oma Loïs, haar naam betekent:
‘beter’, misschien: ‘aangenaam’.
Eunike, moeder, betekent: wel-
overwinnaar. Beiden spreken 
in de naam van Hem, Die voor 
God welgevallig (aangenaam
is, Zijn bloed spreekt beter dan 
dat van Abel (Hebr.12:24). 
Ja, van Hem, Die Overwinnaar
is. De kleine Timotheüs was al 
van jongs af vertrouwd met de
heilige Schriften, door deze 
twee vrouwen, die zo liefdevol 
voor hem hadden gezorgd.
Hun geloof was in hun doen en 
laten en verzorgen duidelijk.
Maar vooral de wijze waarop ze
kleine Timotheüs vertelden over
God, Jahweh, en Zijn Zoon. Het
was in zijn jonge hart geland. 
God wekte geloof in hem; toen
Paulus langskwam op één van
zijn reizen, viel Timotheüs op.
Hij ging met de apostel mee. 

Woord vandaag

in herinnering houdend het 
ongeveinsd geloof dat in jou is, 
dat eerst in jouw grootmoeder 
Loïs en in jouw moeder Eunike 
heeft gewoond

          2 Timotheüs 1:5a

Bij mensen is veel gekunsteld 
en gemaakt in gedrag, vooral 
bij openbare functies.
Maskers draagt men letterlijk 
bij zekere feestelijke avonden. 
In het dagelijks leven hebben 
mensen figuurlijk gesproken 
een masker op, ze spelen een 
rol. Dat is huichelachtig. 
Paulus’ prediking was altijd op
geloof gericht. Bij Timotheüs
zag de apostel ongehuicheld 
geloof. Hij deed niet alsof hij
geloofde, maar geloofde Gods
woord zelf.
God is betrouwbaar in alles 
wat Hij zegt en doet. 
Geloof is lastig na te doen. 
In samenkomsten waar Gods 
woord écht klinkt, zal blijken 
wat werkelijk geloof is. 
Gods woord is tweesnijdend; 
als een scherp zwaard zal het 
geveinsd geloof ontmaskeren.

Woord vandaag

verlangend jou te zien, me 
jouw tranen herinnerend, 
opdat ik met vreugde 
vervuld word
    
2 Timotheüs 1:4

Timotheüs had ook tranen,
net als Paulus leed hij onder:

want velen, over wie ik jullie 
vaak sprak, nu echter spreek
ik ook wenend, wandelen als 
vijanden van het kruis van 
Christus       
Filippenzen 3:18

Paulus zei het wenend, in diep
verdriet over medegelovigen.
Op de aardse dingen gezind
(vers 19) onder een hemelse
roeping. Ziels wandelend, geen
besef wat het kruis betekent.
Timotheüs zag dat ook, het
was aangrijpend. Tranen.
Toch was ook de vreugde van
de genade in het hart. Nu die
overstroomt, kon Timotheüs
over dat aardse omhoog zien
naar Hem, Die alles uitwerkt
naar Zijn plan.

Woord vandaag

verlangend jou te zien, me 
jouw tranen herinnerend, 
opdat ik met vreugde 
vervuld word
    
2 Timotheüs 1:4

De band tussen Paulus en
Timotheüs bleef nauw. Ze
hadden langere tijd samen
gediend in het evangelie
van genade.
Wie Timotheüs is, blijkt uit
wat hier gezegd wordt. Er
was vreugde en verdriet.
Ze deelden ongetwijfeld de
zorg voor de gelovigen en
dat ging in goede tijden en
wanneer tegenslag optrad.
Paulus noemt hem als één
van de 4 voorbeelden:

En ik verwacht in de Heer
Jezus Timotheüs snel tot
jullie te zenden …. want ik 
heb niemand van gelijk
gevoel die echt bezorgd zal
zijn over wat jullie aangaat
       
Filippenzen 2:19a,20

We zien hoezeer Timotheüs
zij-aan-zij met de apostel
optrok en diende. Wat een
voorbeeld om na te volgen!

Woord vandaag

wanneer ik onophoudelijk 
de herinnering aangaande 
jou in mijn smeekbeden 
breng, nacht en dag
    
2 Timotheüs 1:3b

Paulus had heel veel om voor
te danken, én om te bidden.
Hij bad, dat het woord van de
Heer snelle voortgang mocht
hebben en verheerlijkt worden.
Maar hij bad óók voor deze o
zo waardevolle Timotheüs,
en dat zelfs nacht en dag.
Wij kunnen de zo belangrijke
dienst van voorbede doen, in
de trein, op de fiets, in auto
en in huis (de binnenkamer).
De meeste periodes waren in
Paulus’ leven erg druk en dan
sliep hij niet veel. Hij werkte
in de opstandingskracht van
zijn Heer. Zo getuigt hij in de
brieven aan de Korinthiërs en
Filippenzen, bijvoorbeeld.
Laten wij dit voorbeeld volgen.