Want júllie, broeders, werden navol-
gers van de uitgeroepen gemeenten
van God, die in Judea zijn, in Christus
Jezus, omdat ook júllie hetzelfde le-
den door jullie eigen stamgenoten,
zoals ook zij door de Joden
1 Thessalonicenzen 2:14
Paulus trekt een parallel. Het lijden
en de verdrukkingen die de Thessa-
lonicenzen ondervonden; het was
niet uniek. De gemeenteleden wer-
den door hun eigen volk (of stam)
onderdrukt, om hun geloof. Daar-
in volgden zij andere gemeentes na.
In een relatief korte periode waren
ook in de Romeinse provincie Judea
gemeentes ontstaan. Wellicht qua
aantal niet groot, maar toch. En die
leden onder vervolging, ook door
hun eigen volk, de Joden. Zonder
twijfel: de orthodoxie van hun da-
gen, zoals Paulus zelf voortdurend
meemaakte. Hij wil de gelovigen in
Thessaloniki bemoedigen door zijn
brief, met name door hen te wijzen
op de geweldige verwachting van
de Heer, Christus Jezus.