Woord vandaag

10 april 2019
‘Hij werd verkocht.’

Voor 30 zilverstukken verhandeld, zo-
als door
 Zacharia (11:12) aangegeven.
Het was net als de prijs van een slaaf,
volgens de wet is dat 20 stukken zilver.
De prijs was voor Juda(s) genoeg, hij
zou Hem daarvoor overleveren in de
handen van het Sanhedrin. Op de 14e
Nisan (of: Abib), ’s avonds, at Hij met
de discipelen het Pesach. Deze maal-
tijd eindigde met het feit, dat Hij het
ongezuurde brood brak en zei:

….neem, eet, dit is Mijn lichaam

Het brood representeert Zijn lichaam
en dat was inleiding op het instellen
van het nieuwe verbond (Jeremia
31:
31-34).

‘Dat was bij de beker.’

Hij zei bij de beker nadat Hij gedankt
had en die doorgaf aan Zijn leerlingen:

drink allen daaruit, want dit is Mijn
bloed, dat van het nieuwe verbond,
dat voor velen vergoten wordt tot ver-
geving van zonden

Het bloed van het lammetje gold bij
het oude verbond. Dat was slechts
type van het ware Lam en het ware
bloed. De Heer Zelf was dat Lam en
Zijn bloed zou de ware basis zijn voor
alle vergeving en rechtvaardiging. Bij
dit nieuwe verbond hoort Zijn bloed.
Het spreekt van Zijn lijden en wat Hij
deed. Dit is geen inzetting voor het li-
chaam van Christus, dat kent geen en-
kel verbond of iets dergelijks.

‘Het draait hier om Israël.’

Gelet op het verband waarin dit staat
en wat de Heer zegt, ja. Zij zongen na
die bijzondere maaltijd de lofzang, dat
is het Hallel (Psalm 113-118). En wordt
traditioneel bij Pesach op sederavond
ge
zongen. Zij trokken naar de Olijfberg
en staken de Kidron over. Jezus
zei te-
gen Petrus dat die Hem drie keer
 zou
verloochenen. Petrus ontkent
 dat. De
Heer wist dat hij dat zou
 doen. Zo was
Hij bij de olijfpers(bak) gekomen,
Gethsémané.

Woord vandaag

9 april 2019
‘David en Christus in Mattheüs.’

Daar begint Mattheüs (1:1) ook mee.
Hij, Jezus, vroeg de farizeeën wie de
Mes
sias is. Antwoord: Zoon van David,
op grond van 2 Samuël 7. Vervolgens
zegt de Heer iets, dat hen opnieuw het
zwijgen oplegt. David noemt Hem
 in
Psalm 110, Hem zijn Heer
. De farizeeën
konden er niets
 op zeggen; Hij toonde
aan,
 dat Hij zowel Davids Zoon als Heer
is.
En dus is Hij de Zoon van God, niets
minder dan dat.

‘Het oordeel over Jeruzalem.’

De Heer spreekt dat in Mattheüs 23:37-
39 en geeft aan, dat Hij weg zal gaan en
na verloop van tijd terug zal keren. Men
zal dan zeggen: Gezegend Hij die komt
in de naam van Jahweh 
(Psalm 118:26).

Dat zal gebeuren nadat de vijgenboom
(beeld van de staat Israël) is gaan uitbot-
ten (Mattheüs 24:32-35). Na uitvoerig te
hebben gezegd wat gaat gebeuren vlak
voor en in de aanwezigheid van de Zoon
van Adam, kondigt de Heer voor de vier-
de keer Zijn lijden aan (Mattheüs 26:1,2).

‘Dat is best indrukwekkend.’

Ja, en daarna lezen we dan ook dat de
overpriesters, schriftgeleerden en oud-
sten van het volk bij elkaar komen. Zij
hebben listige plannen om de Heer ge-
vangen te laten nemen en te doden. En
dat zou niet tijdens het feest (van onge-
zuurde broden) moeten. Dat zou te veel
opschudding veroorzaken. Later zalfde
een vrouw
Hem met het oog op Zijn be-
gra
fenis. Daarin was zij een type van het
gelovig Israël dat Hem liefheeft en Hem
wil eren met de beste, kostbare olie.

Woord vandaag

8 april 2019
‘Belasting betalen, strikvraag.’

Dat was toen ook omstreden, de tolle-
naars werden niet graag gezien. Ze wil-
den de Heer vangen op een woord. Hij
zei echter met een munt in de hand: ze
zouden aan de keizer geven wat van de
keizer is (dat muntstuk had afbeelding
van de keizer). En aan God geven wat
van God is. Dit antwoord, daar hadden
ze niet van terug. Hun strikvraag, om-
kleed met valse woorden, was mislukt.
Ze wilden van Hem een definitief ‘ja’
of ‘nee’ horen om Hem vast te zetten.

‘Volgende vraag opnieuw vals.’

Ze probeerden Hem te vangen op wat
zij meenden waar ze zo goed in waren.
De wet. Het zogeheten zwagerhuwelijk
was een instelling in Israël waardoor in

een familie toch voortzetting in de lijn
kon zijn. Nu vroegen ze Hem hoe dat
in de opstanding zal zijn als 1 vrouw 7
broers gehad heeft (extreem geval na-
tuurlijk). De Heer geeft aan antwoord
waar ze weer niet van terug hebben,
in de opstanding is geen huwelijk!

‘Verbluffend eenvoudig is dat.’

Sadduceeën had Hij het zwijgen op-
gelegd, de mond gesnoerd. Maar zij
geloofden niet wat Hij zei. Veel dieper
lag hun probleem: het hart. Dát bleek
ongelovig. Zij aanvaardden de Schrif-
ten niet; Zijn uitspraken evenmin. De
vrijzinnigen van Zijn dagen. Daarna is
de beurt aan de farizeeën. Zij wilden
Hem ook vangen op woorden. Wat is
het grote gebod? De Heer geeft exact
het juiste antwoord: God liefhebben
met heel je hart, ziel en verstand.

Woord vandaag

7 april 2019
‘De koninklijke bruiloft.’

Ja, dat Mattheüs 22:1-13 is een be-
kend gedeelte. Het werd en wordt
(moge
lijk) gebruikt voor evangelisatie
vandaag. Dat laatste is echter onmo-
gelijk wanneer we het evangelie
 voor
vandaag kennen. Paulus’ bood
schap
is verzoening en genade, dat
is geen
uitnodiging voor een maal
tijd bij een
bruiloft. Het gaat om
 diverse procla-
maties van het evan
gelie van het ko-
ninkrijk van de hemelen.

‘Het heeft met Israël te maken.’

De eerste prediking werd door de di-
scipelen/apostelen gedaan (22:3). De
tweede verkondiging vond plaats in
de pinkstertijd, ná de voorbereiding
door het offer van Christus (22:4-6).
En dat was dus geen succesverhaal,
net als de eerste poging. Het volk Is-
raël -bij monde van de leiders- was
afwijzend. Men wilde niet komen. En
de Koning liet hun stad in brand ste-
ken: de verwoesting in 70 AD door de
Romeinen onder Titus (22:7).

‘Laatste poging ook voor Israël?’

Ja, want de uitnodiging (of roeping) is
in dezelfde stad (Jeruzalem)! Dat is de
uiteindelijke roeping door het evange-
lie van het koninkrijk. Dan zullen velen
geroepen, maar relatief weinigen uit-
gekozen zijn. Net zoals bij de eerdere
pogingen (roepingen). Sommigen zul-
len zelfs al in het koninkrijk zijn en on-
waardig blijken (22:12,13). Het laatste
vers (14) is nu duidelijk voor ons, het
heeft niets te maken met de tijd van
Gods genade waarin wij leven.

Woord vandaag

6 april 2019
‘Hij vertelt over 2 zonen.’

Ja, het is een gelijkenis over de oud-
sten en priesters van Israël – in Zijn
dagen. Zij zouden zich herkennen in
de tweede zoon. Die zei dat hij ging,
maar ging niet. In de eerste zijn de
zondaren te zien die ‘nee’ zeggen
en
‘ja’ doen. Dan volgt een gelijkenis
waarin Hij deze leiders hun eigen on-
dergang laat aankondigen. Hij leerde
als Gezaghebbende en niet als de an-
deren in Zijn dagen.

‘Zij zijn de landbouwers?’

Ja, de wijngaard is Israël (Jesaja 5:7).
De heer die naar het buitenland ging
is God Zelf. De landbouwers zijn de
geestelijke leiders van het volk, fari-
zeeën, de oudsten, de overpriesters
en de schriftgeleerden. Zij doodden
de profeten, en het toppunt of diepte-
punt was het doden van de zoon.
 Die
profeten en die zoon zijn ingezet
 om-
dat de koningen, en anderen de
 wijn-
gaard gebruikten voor persoon
lijk
voordeel, niet de eer van God.

‘De dood van de zoon.’

In Mattheüs 21:40 vraagt de Heer
aan de leiders wat er zou gebeuren
met de landbouwers. Ze gaven 
als
antwoord wat hen zelf zou over
ko-
men. Ze zouden een kwade dood

sterven en de wijngaard zou aan an-
deren gegeven worden. In het ver-
volg zien we dat de Heer over deze
landbouwers het gericht uitspreekt.
Zij verwierpen de hoeksteen en die-
zelfde steen zou hen vermorzelen.
Het koninkrijk zou aan een ander
volk (het gelovige Israël van de toe-
komst) gegeven worden.