Woord vandaag

Nacht en dag smeken wij boven
alle mate om jullie aangezicht te
zien en het ontbrekende van jullie 
geloof aan te passen.

         1 Thessalonicenzen 3:10

Enorm verlangen om de gelovigen
te zien. Dat had Paulus, en wij ook
omdat de genade van God in ons
hart is. En omdat we het geloof in
die grote liefdevolle God en Vader
met elkaar willen delen. Paulus
hoorde van alles via Timotheüs en
constateerde dat iets ontbrak.
Zoals we eerder hebben gezien
moet dat met de verwachting te
maken hebben; ze stonden onder
grote druk. Zij dachten mogelijk
dat de grote verdrukking waar de
profeet Daniël van spreekt in 12:1,
al aangebroken was. Daarom ook
schrijft Paulus deze brief, om hen
te troosten en te bemoedigen.

Woord vandaag

Want welke dank kunnen wij God 
teruggeven aangaande jullie voor 
al de vreugde waarmee we ons 
vanwege jullie verheugen vóór 
onze God?
         1 Thessalonicenzen 3:9

Paulus was zich bewust: hij leefde
voor God, voor Gods aangezicht.
Dat is wat Tenach (OT) ook zegt.
Hij was in unieke bediening door
door de Heer gesteld. Het lichaam
van Christus uitroepen; wat een
grote en bijzondere opdracht.
Daarom kwam vreugde in zijn hart
als hij dacht aan al de gelovigen in
Thessaloniki. Des te meer kon het
hem bezighouden als hij hoorde
dat zij verdrukkingen ondergingen.
Voortdurend gebed en dank, en
vreugde, dat de genade van God
krachtig werkte in deze gelovigen.
En zo kun je kijken naar die ander
in Christus; in Gods liefde.  


Woord vandaag

omdat wij nu leven wanneer júllie 
vast staan in de Heer
         1 Thessalonicenzen 3:8

Paulus was blij dat hij dit zo kon
noteren over de gelovigen.
Hij leefde op toen hij vernam dat
zij vast staan in de Heer.
Het geloof werkte, de Heer gaf
de kracht door Zijn geest om tot
Zijn eer te leven. De bemoediging
die Paulus in deze brief schrijft, is
ook bedoeld, dat de gelovige vast
staat in de Heer
. U, jij en ik, we
laten ons aanspreken door dit
woord uit deze brief. Wat een
dank zal in het hart van de
apostel geweest zijn, laten ook
wij Vader danken.

Handelingen studie 22

Petrus en de andere apostelen van de Besnijdenis
werden opnieuw gevangen genomen door het Sanhedrin.
S’nachts werden ze echter bevrijd door de boodschapper
die Jahweh, de God van Israël, stuurde. Ze gingen
opnieuw spreken, de leiders van het volk Israël waren
daar niet blij mee, toch kregen ook die iets geweldigs
te horen. Naluisteren: hier

Woord vandaag

worden wij daardoor vertroost 
over jullie, broeders, in al onze 
nood en verdrukking, door jullie 
geloof

         1 Thessalonicenzen 3:7

Paulus werd bemoedigd door wat
Timotheüs aan hem overbracht.
De Thessalonicenzen hadden goe-
de herinnering
aan de dagen, we-
ken, dat Paulus bij hen was. De a-
postel onderging nood en verdruk-
king
, maar de Heer troostte hem.
Niet alleen via het goede bericht
uit Thessaloniki. Maar iets anders,
dat wat hij van Christus Jezus ont-
ving. Dat lezen we later, in het vol-
gende hoofdstuk van deze brief.
Een uitzicht, een andere verwach-
ting dan tot dusver bekend was.