Maar evenals jullie in alles
overvloeien – in geloof en
woord en kennis en alle
ijver en de liefde uit jullie
in ons – zo ook, opdat
jullie ook in deze genade
overvloeien.
2 Korinthiërs 8:7
Een stukje genade was toen
de opbrengst voor de arme
heiligen in Jeruzalem.
Een liefdesgeschenk van de
natiën, die deel hadden aan
Israëls geestelijke zegen
(Rom.15:25-27).
Onder de Korinthiërs was
groei in geloof en kennis.
Daar zal ook de eenheid van
het lichaam van de Christus
sterker uitgeleefd zijn.
In 1 Korinthiërs sprak hij
uitvoerig van meet aan over
de verdeeldheid. In deze
brief overheersen de troost,
genade en liefde van God
en Zijn Christus. Verzoening
is het kloppende hart van
God en Zijn Zoon. Dat is de
ware basis voor het uitleven
van de eenheid van de geest.
In zo’n gezindheid zal meer
mogelijk zijn om dat woord
uit te brengen en de genade
door te geven aan anderen.
Maar evenals jullie in alles
overvloeien – in geloof en
woord en kennis en alle
ijver en de liefde uit jullie
in ons – zo ook, opdat
jullie ook in deze genade
overvloeien.
2 Korinthiërs 8:7
Paulus was verheugd over
wat hij van Titus hoorde.
Onder de Korinthiërs was
veel gebeurd; zij hadden
de grote genade van God in
waarheid leren kennen.
Zo was daar: overvloeiend
geloof en dus klonk het
woord in overvloed onder
hen. Daardoor nam kennis
(van het hart) toe; God gaf
groei. Dat uitte zich ook in
toenemende activiteiten,
men ijverde in al wat in de
omgang met elkaar nodig
was. Maar ook voor Paulus
en de medewerkers; hun
liefdeblijken gingen uit en
er was zonder twijfel een
voortdurend gebed voor
de bijzondere bediening
van de apostel.
Het dienstmeisje met een python geest
en Paulus en Silas komen onterecht in
de gevangenis, de binnenste kerker.
Naluisteren: deel A en deel B
zodat wij Titus aangesproken
hebben, opdat, zoals hij
tevoren ondernomen heeft,
hij zo ook onder jullie ook
deze genade voltooit.
2 Korinthiërs 8:6
De Macedoniërs waren een
goed voorbeeld van genade.
Zij hadden alle geestelijke
zegen in Christus ontvangen,
om niet. Daarom gaven zij
aan Paulus zoveel mee als
maar kon – om niet.
Zij deelden niet mee uit hun
overvloed, maar uit armoede.
Daarom was het veel. Dat is
wat Paulus bewogen maakte
over de Macedoniërs, die zo
de genade van God dieper
hadden verstaan.
Dat hadden de Korinthiërs als
voorbeeld; Titus kwam bij ze
vandaan maar zou ook weer
terugkeren naar hen zodat
ook zij een bijdrage konden
leveren, in Gods genade
zodat wij Titus aangesproken
hebben, opdat, zoals hij
tevoren ondernomen heeft,
hij zo ook onder jullie ook
deze genade voltooit.
2 Korinthiërs 8:6
Het contrast is groot: de
Macedoniërs waren arm als
het om materie ging.
De Korinthiërs waren juist
rijk in dat opzicht. Mogelijk
een indicatie dat arm zijn in
de regel ervoor zorgt, dat de
gelovige zich veel bewuster
is van de rijkdom in Christus
Jezus. Niet zelden is dat nog
steeds in de praktijk te zien.
Daaruit is opnieuw duidelijk,
dat materiële welvaart snel
af kan leiden van geestelijke
rijkdom.
In Macedonië lagen steden
als Filippi en Thessalonika;
uit de brieven aan hen blijkt
dat zij bijzonder op de Heer
gericht waren. Voorbeeld
voor ons!
Copyright © All rights reserved.