Woord vandaag

Laat iedere ziel zich aan de 
boven hem gestelde autoriteiten 
onderschikken, want er is geen 
autoriteit tenzij door God. Die 
er echter zijn, zijn er gezet 
door God
 
Romeinen 13:1

De tekst 12:21 kan ook boven
dit gedeelte staan. Het kwade
is: je actief verzetten tegen de
autoriteiten. En al wat Paulus
verder gaat noemen. Het kern
begrip is hier: onderschikken.
De gestelde autoriteit is onder
God
(staat twee keer letterlijk
zo in de grondtekst). Natuurlijk,
God zet ze daar neer, zoals de
Heer tegen Pilatus zei: jij zou
over mij geen volmacht hebben
als jou die niet van boven af
gegeven was (Johannes 19:11).
Je kan zeggen dat Hij daarmee
de keizer in Rome bedoelde,
maar in wezen is het God, Die
dat bepaalde.

Woord vandaag

Laat je niet overwinnen door het 
kwaad, maar overwin met het 
goede het kwaad
    Romeinen 12:21

Een overgangsvers, in originele
tekst staan geen leestekens en is
geen hoofstukindeling aanwezig.
Je kunt dit ook als titel boven het
volgende deel zetten. Het kwaad
in de context is: de ander die jou
vervolgt, verwensen. Maar ook:
hooggezind zijn (eigenwijs zijn),
wel kwaad met kwaad vergelden,
wraak nemen, vijandig zijn naar
anderen, je vijand afwijzen, geen
eten en drinken geven.
We doen het tegenovergestelde
hiervan; dat is goed volgens wat
God in het goede nieuws geeft.
Moeilijk? Voor de oude mens: ja.
Voor de nieuwe mens, Christus
in je: nee.

Woord vandaag

maar ingeval jouw vijand honger
heeft, geef hem de bete, ingeval 
hij dorst heeft, geef hem te
drinken, want dit doende zal jij 
vurige kolen op zijn hoofd hopen
             Romeinen 12:20

De liefde van God betonen aan
vijanden is het beste ‘medicijn’
om met ze om te gaan. De Heer
gaf aan Judas de bete, alsof hij
de eregast was. Zouden wij nooit
gedaan hebben. Terughoudend
zouden wij reageren op Judas.
Maar de Heer wist, hij moet dat
doen.
Het past binnen Gods plan.
De Heer dankte Zijn Vader, dat
Die dingen verborgen hield voor
sommigen. De gelovigen namen
aan wat Hij sprak, als kinderen
van hun ouders geloven wat die
zeggen. De Heer besefte als geen
ander dat Judas Hem zou moeten
overleveren. En zo stapelde Hij
vurige kolen op het hoofd van de
discipel Judas. Die toonde later
bitter berouw.  

Woord vandaag

maar ingeval jouw vijand 
honger heeft, geef hem de 
bete     
Romeinen 12:20a

\Dit deed de Heer Jezus toen Hij
in de bovenzaal at met Zijn 12
discipelen. In Johannes 13:26,
27,30 wordt het woord ‘bete’
gebruikt. Een stukje brood, een
beetje hard wellicht, waarmee
ander voedsel kan ‘oplepelen’.
Dit werd door de gastheer in de
regel aan de eregast gegeven.
Wat een genade had de Heer in
het hart bij Judas!
In die gezindheid zouden ook
wij met onze vijanden omgaan.