Saulus’ dienst gaat door en
na een periode in Arabië keert
hij terug in Damascus om later
in Jeruzalem te komen en de
apostelen te ontmoeten.
Naluisteren: deel A deel B
Gods woord is leven
Wij, die gestorven zijn voor
de zonde, hoe zullen wij nog
in haar leven?
Romeinen 6:2
Tot nu tot heeft dit niet in de
brief geklonken. Paulus heeft
het lijden, de dood en de
opwekking van Christus in
Romeinen 3, 4, 5 verkondigd.
Dat ook wij daarin betrokken
zijn, komt nu naar voren.
De gelovige heeft rijke genade
ontvangen in rechtvaardiging
om niet + verzoening met God
door de dood van Zijn Zoon.
En nu klinkt het heerlijke, dat
ook wij, kennelijk met Christus,
stierven. En afgesneden van de
zonde, in wezen. We hebben
genade van God als heerser
boven ons.
Wat zullen wij dan ook
uitspreken? Dat wij zouden
blijven bij de zonde, opdat
de genade toeneme?
Moge het niet gebeuren!
Wij, die gestorven zijn voor
de zonde, hoe zullen wij nog
in haar leven?
Romeinen 6:1,2
De vraag uit vers 1 beantwoord.
Duidelijk is de dringende wens:
Moge het niet gebeuren! In het
vervolg van Romeinen 6 lees je
het onlogische van de conclusie
van vleselijk denken.
Hoewel het zo is dat de genade
toeneemt naarmate zonden zich
opstapelen, is niet aan de orde
dat een gelovige bewust ermee
doorgaat. Want dat houdt in, dat
die gelovige beheerst wordt door
het eigen vlees, vleselijk denkt.
In het vervolg komt goed nieuws
naar voren: de dood van Christus
aan het kruis en Zijn opwekking
uit de doden door Vader.
Wat zullen wij dan ook
uitspreken? Dat wij zouden
blijven bij de zonde, opdat
de genade toeneme?
Romeinen 6:1
Na het hoogtepunt Romeinen
5:20,21 komen vragen op uit
menselijk denken. Goed nieuws
van genade is niet naar de mens.
Het vleselijk denken concludeert
uit de woorden van 5:20,21.
Paulus bespreekt dit, stelt de
vraag die bij kritische mensen
opkomt uit het menselijk idee:
‘dat is maar makkelijk’. Zeker.
De mens hoeft voor God niets
te bewijzen: die zijn al geleverd.
En de genade neemt toe als de
zonden opstapelen. Dat is waar.
De genade van God is soeverein
in deze tijd.
opdat evenals de zonde heerst in
de dood, zo ook de genade zou
heersen door rechtvaardigheid,
tot in eonisch leven, door
Jezus Christus, onze Heer
Romeinen 5:21
Gods genade regeert. Dankzij
het volkomen werk van Christus
Jezus aan het kruis waarna Hij
werd opgewekt door de Vader.
Gods genade regeert nu, dat is
het diepe besef van de heiligen.
We leven en beleven nu al het
eonische leven. Waarbij we de
verzekering krijgen: het is een
genadegeschenk in Christus
Jezus, de Heer (Romeinen 6:23).
We ontvangen dat door Hem en
leven dat vandaag. Ja, navolger
te zijn van Christus, te wandelen
in Zijn liefde.