Wij zijn verschuldigd God altijd
te danken om jullie, broeders,
zoals het gepast is, omdat jullie
geloof overvloedig groeit en de
liefde van eenieder van jullie
allen tot elkaar toeneemt
2 Thessalonicenzen 1:3
Elkaar ont-moeten is kostbaar.
In dank aan God samenkomen
rond Gods woord is fijn.
Gemeente, dat is niet iets wat je
doet, maar wat je bent. Lid zijn
van het lichaam van Christus is
nooit verbonden met op papier
lid zijn van een kerk, een club of
welke groep dan ook. Het ene is
genade van God, het andere
inzetting van mensen. Geloof én
liefde groeien niet door wat wij
doen, maar door wat God, onze
Vader, in ons bewerkt. De liefde
van God functioneerde volop bij
de Thessalonicenzen.
Onvoorwaardelijk elkaar genade
schenken: bij gelovigen normaal.