Woord vandaag

‘Gods plan gaat door.’

Ja, hoe dan ook. Wat gebeurt
past in Zijn plan. Mensen kun-
nen tegen Zijn wil ingaan, maar 
de onderliggende bedoeling niet. 
God zal altijd Zijn voornemen uit-
werken. Farao ondervond dat, 
en dat is illustratief hoe het gaat 
met de mens en God, de Vader.

‘Veel onbegrip daarover.’

Omdat men zelf ‘iets’ in te bren-
gen wil hebben bij God. Dat de
mens God zoekt, is door Vader
gegeven:

Johannes antwoordde en zei: 
een mens kan niets aannemen
als het hem niet uit de hemel 
gegeven is
           Johannes 3:27

In het gedeelte Johannes 3 er-
kent hij dat Jezus (veel) groter
is dan hij zelf.

‘Ootmoedigheid.’

Een woord dat in het dagelijks 
leven erg onbekend is gewor-
den. Tekenend voor de mens 
in deze tijd: zelf op de troon, ik
regel het allemaal wel. Totdat 
de tijd komt, dat de Heer komt
en op de rechtmatige, Hem toe-
komende troon plaatsneemt. 

Woord vandaag

‘Gods werk is compleet.’

Uiteindelijk zal eenieder dat zien.
God maakt af waar Hij aan begon.
Laat het niet gaan voordat het vol-
tooid is. We leven nu in de tijd dat
deze boze eon culmineert in dicta-
tuur van de mens. Hoewel de wet-
teloze nog niet op de troon zit, is
de mens druk bezig -zeker vanaf 
de verlichting- zichzelf als regent
te installeren, zonder God.

‘Hij doet wat goed is.’

Het kwade is ook in Zijn hand en 
zelfs zegt Jesaja, dat God óók het 
kwade bewerkt. Via instrumenten 
die Hij daartoe inzet. In het leven
van Job was de satan degene die
het kwaad over hem bracht. Job
aanvaardde dat uit de hand van 
Jahweh. Hij zondigde daarin met
zijn lippen niet. Job geloofde God.

‘Blijft een bijzonder gebeuren.’

Het was heel heftig, wat Job over-
kwam. Zijn vrouw had het enorm
moeilijk en zei tegen hem dat hij 
dan maar God moest zegenen en
sterven. Job daarentegen, beleed
dat zowel het goed als het kwaad
hen toeviel uit Gods hand. Daar-
na volgden nog lange gesprekken 
met zijn vrienden, die met goede
antwoorden wilden komen. Maar 
ze kwamen daar niet mee. Job, in
zijn verdriet, beleed dat Jahweh
werkelijk God is.

Woord vandaag

‘Zijn heerlijkheid zal komen.’

Gelovigen in Christus weten dat.
In Hem zijn, de heerlijkheid is nu
al deel van alle gelovigen. Daar-
om willen ze niets liever dan de
Zoon eren, en daarin eren ze dan
de Vader. Zoals Hij in Johannes 5 
zegt. Al het gericht is ook in han-
den van de Zoon gelegd. We zijn 
gezegend met zo’n Hoofd.

‘De Vader heeft ons lief.’

Die liefde komt in de Zoon naar 
en in ons. Door Zijn geest. Daar-
uit kunnen we ook de ander lief-
hebben, dat is het geheim. Je zult
de Heer je God liefhebben boven 
alles en de naaste als jezelf kan 
slechts door de geest van God. In 
en onder het nieuwe verbond zal
dat voor Israël gelden.

‘Dan doet Jahweh alles.’

Het steeds terugkerende: ‘Ik zal
laat zien, dat het onder het nieu-
we verbond niet langer gaat om
prestaties van de Israëliet. Het 
draait om de wat God doet, zoals
we enkele dagen geleden overwo-
gen, dat alles uit God is. Lijden en
verdrukkingen zijn deel van ons 
leven; en de heerlijkheid wacht

Woord vandaag

‘God bepaalt alles.’

En dat is waar wij mensen, ook 
gelovigen, tegenaan lopen. We 
willen dat niet, want we willen 
zelf ook nog iets inbrengen. Dat
lijkt ook zo te zijn (dat wij iets in
kunnen brengen), maar in wer-
kelijkheid is dat niet zo. God is 
altijd groter dan wij denken. En
dat tart onze trots, ons ego.

‘Het raakt ons, ja.’

Wanneer we de Schrift openen
en net als de Joodse mensen in
hun lezingen Genesis 1:1 als be-
gin hebben, lees je dit:

In begin schiep Elohim (God) de
hemelen en de aarde


Dan heb je antwoord op veel vra-
gen. Waar kom je vandaan? God
schiep de mens.

‘Waar ga je naartoe?’

God zal de mens door Zijn Zoon
Jezus Christus in verzoening met
Zichzelf brengen. Na de -volgens 
plan- opgetreden vervreemding 
en vijandschap zal God de mens
in vriend veranderen. Daarna zal
nooit meer zonde en/of vijandig-
heid kunnen komen. God heeft
die door de kruisiging en opstan-
ding van Zijn geliefde Zoon laten
dragen. In de komende eonen zal
iedereen Zijn heerlijkheid zien.

Woord vandaag

‘We leven voor Hem.’

Zoals we dat in volle vrijheid in 
Christus (Galaten 5:1) dagelijks
kunnen doen. We zien in Hande-
lingen (studie 8), dat de mensen
in de tempel in gebed waren, dat
was de aangewezen plaats. In de
tijd van genade bestaat geen vas-
te tijd, plaats of houding van ge-
bed. Ook dat spreekt van vrijheid.

‘Alles bij Hem neerleggen.’

En de tegenslagen? Hoe ga je er-
mee om? De Heer Jezus dankte:

Ik dank U Vader, Heer van de he-
mel en van de aarde, dat U deze
dingen verbergt voor wijzen en 
verstandigen, en ze onthult aan
onmondigen
     Mattheüs 11:25

Dat bad en dankte Hij toen inwo-
ners van steden als Chorazin en 
Bethsaïda en Kapernaüm niet in-
gingen op de prediking van het 
het evangelie van het koninkrijk.

‘Hij aanvaardt dat van God.’

Hij accepteerde het uit de hand
van Vader. Die was het, Die het 
verborg. Ze konden het niet ge-
loven. Zo zegt Johannes dat ook
in Johannes 12. We zien, dat de
Vader het is, Die ogen en harten 
moet openen. Als mensen maar
niet kunnen geloven. In Hande-
lingen 13 lees je ook, dat allen 
die bestemd waren tot eonisch
leven, geloofden.