Woord vandaag

in die dag, waarin God het 
verborgene van de mensen 
zal richten, 
in overeenstemming met mijn 
evangelie, door Jezus Christus
               Romeinen 2:16

God richt, door Jezus Christus,
in de dag van de grote witte 
troon. Daar zal elke ongelovige
staan, of die dat wilde of niet.
Jezus, de Christus. De Gezalfde 
van God, Die in vernedering als
mens de weg die gegaan moest
worden, liep. Hij legde de vorm
van God af om mens te worden.
Voor Zijn geboorte had Hij grote
heerlijkheid. Biddend spreekt Hij
dat uit; dat is in een ontroerend
geheel van Johannes 17, vers 5.
Hij was te zien geweest door de
profeten in heerlijkheid, onder
meer in Jesaja 6:1,5. Hij zal de
overstijgende heerlijkheid van
ná Zijn vernedering, opstanding 
en verhoging tonen. Aan al die 
ongelovigen bij die grote, witte
troon. Dat zal beslissend zijn. 

Woord vandaag

in die dag, waarin God het 
verborgene van de mensen 
zal richten,
in overeenstemming met mijn 
evangelie, door Jezus Christus

    Romeinen 2:16

Dit gebeurt (zie ook het deel
2:1-15) op de dag van de grote
witte troon. God zal richten en
dat betreft nadrukkelijk dat wat
verborgen is 
(wat gebeurde in
het verborgene). Dat willen we
liever niet weten, omdat het té
schandelijk is om uit te spreken).
Bij de grote witte troon zal al 
die ellende geopenbaard, in 
het licht gesteld worden. Dat 
zal leiden tot veroordeling en 
de ondergaan van het gericht.
Dit alles zal plaatsvinden in 
overeenstemming met mijn 
evangelie
, schrijft de apostel.
Het zal dan uiteindelijk genade
van God 
zijn, die de zondaar 
zal overweldigen. De tweede
dood zal nog plaats moeten 
vinden, maar daarna zal leven
triomferen, zoals God belooft.

Woord vandaag

die dan ook betonen dat het 
werk van de wet in hun harten 
geschreven is, terwijl hun 
geweten medegetuigt en ze 
met hun overwegingen elkaar 
onderling beschuldigen of zelfs 
verdedigen

               Romeinen 2:15

Paulus beschrijft hier het leven
van de mensen uit de natiën op
wie de wet nooit gelegd is. In de
dag van het gericht zal het in hun
gelegde geweten spreken. Dat 
gebeurt ook al tijdens het leven.
Hoe mensen daarmee omgingen 
zal óók blijken bij de grote witte
troon. En hoewel de natiën niet
de wet ontvingen, heeft God in
de schepping toch dat werk van
de wet
 in het hart gelegd. Zodat
de mens zich in de praktijk toch 
wil richten, zonder te beseffen,
naar wat het woord van God in 
Thora zegt. Het geweten dat zal
spreken in de dag van de grote 
witte troon zal een belangrijk 
instrument in Gods hand zijn.
Uitkomst blijft: God is Redder!

Woord vandaag


Want wanneer de natiën, die de 
wet niet hebben, van nature wat 
de wet (eist) zouden doen, zijn zij, 
die de wet niet hebben, zichzelf 
tot wet

             Romeinen 2:14

Volstrekt helder zou voor iedere 
gelovige zijn: de natiën hebben de
wet niet. Dat zij niettemin de tien 
woorden in heel wat gebouwen 
elke zondag laten voorlezen, is in
wezen een grote afzwaaier. Deze 
woorden waren op Israël gelegd.
Dat volk zei ‘ja’ tegen Jahweh en 
ging zo een huwelijk in. De praktijk
wees uit, dat het volk zich niet kon
houden aan deze huwelijkse voor-
waarden; overspel en hoererij met
andere mannen (goden) was aan 
de orde van de dag. Het gevolg: zij
werd uit het huis (land) gezet. De
ballingschap was haar deel. Twee
zusters die -beiden weggevoerd in
ballingschap- lange tijd zonder hun
Man (Jahweh) zouden zitten. Maar
binnenkort gaat dat veranderen.
Wanneer de natiën aan de andere
kant soms wél in staat waren zich 
aan de wet te houden, volgden zij
daarmee hun ‘natuur’ of werking
van het geweten. Zo waren zij, in
wezen zonder wet, zichzelf tot wet.
Later bleek dat zij, net als Israël,
óók een Redder nodig hadden. 
En Die kwam! 

Woord vandaag

Want niet de toehoorders van (de) 
wet zijn rechtvaardig bij God, 
maar de daders van (de) wet 
zullen gerechtvaardigd worden.
               Romeinen 2:13

Dit principe lees je op iets andere
manier bij Jakobus (1:22,23,25).
Bij de wet van Mozes gaat het om 
het doen en niet alleen horen. In
Deuteronomium 6:4-7 lezen we, 
dat Israël zou horen. In praktijk is
het zo, dat zij die de wet doen,
voor God rechtvaardig zijn. In
de ogen van mensen zullen zij
rechtvaardig lijken. Maar het
gaat erom, hoe dat voor of bij 
God eruit ziet
. Verderop in de
Romeinenbrief wordt duidelijk
of de mens in staat is heel de
Thora (onderwijzing, wet) te 
volbrengen. Je leest (1:16,17)
eerder al, dat het evangelie de
kracht van God tot redding is
.
Dat maakte veel duidelijk; deze
brief zal in het vervolg verdere
helderheid brengen!