Want onze aanspreking is
niet uit dwaling, noch uit
onreinheid, noch in bedrog
1 Thessalonicenzen 2:3
Paulus kadert scherp wat het
evangelie van God is. Ook de
‘aanspreking’ (vertroostend,
vermanend) was zuiver. Om
de inhoud sterker voor het
voetlicht te krijgen is Paulus
door zijn motivering bezig,
de critici het zwijgen op te
leggen. Want er zijn steeds
gelovigen, die de intenties,
de motieven van Paulus ter
discussie stellen.
Het ‘framen’, in een bepaald
kader zetten, is een populaire
methode om de aandacht op
en gesprek over de inhoud af
te leiden. In wezen gaat het
gesprek daarna over bijzaken
en is dus niet opbouwend.
Dat is afleiding, de diabolos
(tegenwerker) gebruikt zulke
gelovigen om vurige pijlen
te schieten op de navolgers
van Paulus.