27 juli 2019
‘Kwaad lijden met het evangelie.’
Paulus spreekt er ook van in vers 12
van 2 Timotheüs 1:
om die reden lijd ik dit ook , maar ik
ben niet beschaamd, want ik weet
Wie ik geloofd heb en ik ben ervan
overtuigd, dat Hij bij machte is het
mij toevertrouwde te bewaken tot
die dag
Ook hier lezen we over het lijden in
het zicht van die dag. Dan is het lij-
den definitief voorbij, en wacht en-
kel en alleen heerlijkheid. Ook dat is
een feit: bij de bema staan we als le-
vende en verheerlijkte gelovigen.
‘Het lijden brengt heerlijkheid.’
Dat is een feit. Bij de Heer Jezus is dat
nu al zo, en wij zullen volgen. Hij is de
Enige Die nu onsterfelijkheid heeft, in
ontoegankelijk licht woont. Paulus zag
dat en was drie dagen blind. Die heer-
lijkheid zal ook ons deel zijn na de ba-
zuin van God.
Maar ook schande staat in verband
met ons dienen nu. Het woord lezen
we in 2 Timotheüs 1:8,12,16. Timothe-
üs zou zich niet schamen voor het ge-
tuigenis van onze Heer, noch voor Pau-
lus, Zijn gebondene (1:8)
‘De schande nu, de bema straks.’
Het lijden van de Heer en van Paulus
was in de ogen van ongelovigen schan-
de, een afgang. En wij zouden ons ook
niet schamen voor deze getuigenissen.
Met Paulus navolgen maak je je niet po-
pulair. Paulus was zelf niet te bescham-
en met het oog op die dag (1:12). Want
de Heer was bij machte wat Hij aan de
apostel toevertrouwde, te bewaken tot
die dag. Dat nemen wij van harte mee!