17 juni 2019
‘Ons lotdeel is boven.’
Het bijzondere van het Efeze-geheime-
nis is, dat de gelovigen uit de natiën op
gelijk niveau met die uit Israël zijn ge-
steld. Niet in het vlees, maar geestelijk
gezien. Zo lezen we in Efeziërs 3:3,4,6:
dat door onthulling het geheimenis aan
mij bekendgemaakt is..wat mijn inzicht
in het geheimenis van de Christus is,…,
dat in de geest de natiën gezamenlijk-
lotgenieters zijn
Plus het feit, dat deze positie van alle
gelovigen in de genadetijd niet alleen
in de geest is, maar óók te midden van
de hemelingen, dus niet op aarde.
‘Goed om dat echt te beseffen.’
Het verandert alles in je verwachting,
je denken, je gezindheid, juist voor de
praktijk van je dagelijks leven. Het is ze-
ker niet alleen een theoretisch weten,
het is voor je hart. Paulus is in feite in
gebed als hij dit schrijft. In de andere
vertalingen is Efeziërs 3:3-6 onterecht
op andere manieren weergegeven. Je
leest steeds dat door de geest iets aan
de apostelen en profeten is doorgege-
ven. Daarmee is de essentie, de kern
weggepoetst. Heel letterlijk staat er:
in geest te zijn: de natiën gezamenlijk-
lotgenieters
‘Wel scherp anders, die grondtekst.’
Het gaat nu om de gelovigen uit de na-
tiën, vanzelfsprekend. Paulus knoopt
met in geest aan bij Efeziërs 2:11-22,
waarin hij laat zien wat eerst de plaats
van de natiën in vlees (vers 11) was. En
wat dat werd in geest (vers 18,22). Het
stukje eindigt in vers 22 zelfs met deze
uitdrukking: in geest. Als je dat nog in
gedachten hebt wanneer je Efeziërs 3:
6 leest, is het ineens veel duidelijker.
Men wist al lang niet meer wat het Efe-
ze-geheimenis is, tradities van mensen
hebben dat overwoekerd, in de vertalin-
gen is dat zichtbaar. Maar nu schijnt het
licht -ook wat dat betreft- weer helder!