7 maart 2019
‘Ik ben blij met het evangelie.’
Werkelijk anders dan al het andere,
woorden die je blij maken. Je hart is
erdoor veranderd. Je ziet uit naar de
terugkeer van Hem. Je bent wel met
Hem in relatie gekomen, en dat gaat
nooit weg. Hij is er en je bent blij als
je ’s morgens ontwaakt, want je kunt
bij Vader terecht. Gods liefde is iets,
dat constant is en niet verdwijnt.
‘Zo fijn om dat te beseffen.’
De heerlijkheid van Gods genade is
bekendgemaakt in Efeziërs. Romei-
nen zegt ons al, dat niets ons van Zijn
liefde kan scheiden. In Efeziërs lezen
we de overmaat van Zijn genade, dat
wij niet alleen vergeving van de kren-
kingen hebben. Maar óók, dat wij in
en met Christus gezet zijn te midden
van de hemelsen.
‘Rijkdom is dat, zo apart.’
Waaraan te danken? Niet aan de ei-
gen inspanningen. Het is puur Gods
gevende liefde, Hij eist niets, maar is
de grote Gever. Als we de Vader bid-
den, dan kunnen we dankbare men-
sen zijn. Géén dreiging van eeuwige
verlorenheid. God zal uiteindelijk aan
alle mensen leven geven, want ster-
ker dan de dood is: Gods liefde.