alhoewel de werken vanaf de
nederwerping van de wereld
plaatsgevonden hebben;
want Hij heeft ergens zo
uitgesproken over de zevende:
“En God hield op in de zevende
dag van al Zijn werken.”
Hebreeën 4:3b,4
De Jood, de Israëliet onder de
Thora, de wet, ijverde om een
stuk gerechtigheid voor God
te realiseren. Nu de schrijver
hier dringend oproept om te
vertrouwen op de beloften
van God, komt opnieuw het
ophouden of stoppen van God
(Elohim) naar voren.
De werken zijn hier die van
Elohim in Genesis 1 vanaf de
nederwerping van de wereld.
Hij herstelde een tot chaos en
leegte en duisternis vervallen
wereld. Het prachtige systeem,
de ordening die sinds Genesis
1:1 heerste, het was verstoord
door satan, tegenwerker van
God. Welke schepselen op die
eerste aarde ‘woonden’? Het
zal een ‘ernaar raden’ zijn tot
wij het horen van de Heer.
Het gericht van God kwam op
de rebellen die revolutie en
wanorde veroorzaakten. Ook nu, in onze dagen, horen en
zien en lezen wij hetzelfde: er
wordt gewerkt aan een grote
omwenteling.
Wij zien reikhalzend uit naar
Zijn terugkeer!