Want hij grijpt beslist niet
boodschappers, maar hij
grijpt het zaad van Abraham
Hebreeën 2:16
De tegenwerker, die de macht
van de dood heeft, greep de
Heer aan. Het leidde tot Zijn
dood van het kruis, maar dat
gebeurde naar de bepaalde
raad en voorkennis van God.
Het was hem (satan) niet om
de boodschappers te doen,
maar om de Heer, die immers
hét Zaad van Abraham is.
Toen Hij opgewekt werd uit de
dood was de nederlaag van de
dooreen-werper definitief.
Toch heeft de wereld, vooral
het zaad van Abraham (Israël)
te maken met de felle haat
van de tegenwerker. Wij zien
dat dagelijks in de berichten.
Toch zal de Messias Jezus te
Zijner tijd verschijnen en Zijn
volk Israël verlossen.
Paulus gaat verder, had mogelijk een
nazireeër gelofte op zich genomen.
Apollos kwam op het toneel van het
boek Handelingen, iemand die bij
machte was in de Schriften, en later
de ekklesia in Korinthe diende.
Naluisteren: deel A en deel B
en dezen, al wie in vrees voor
de dood gedurende heel het
leven vervallen waren in
slavernij, zou vrijmaken
Hebreeën 2:15
Het woord dood betekent
doodgaan. Ook komen de
begrippen sterven (proces)
en dood-zijn (toestand) voor.
Vrees en angst is vaak uiting
van angst voor de dood. Dat
leidt tot gebondenheden en
en slavernij. Angst kan voor
van alles zijn; het brengt de
mens regelmatig in een klem.
Steeds is daar voor mensen
het schrikbeeld: het einde is
de dood, het leven stopt.
Daarom zoeken mensen in
allerlei filosofie en religie de
antwoorden daarop.
Maar het antwoord is die ene
dood: de dood van de Zoon.
Hij stelt de tegenwerker, en
de dood zelf, als laatste vijand
(1Kor.15:26) buiten werking.
Nu de Heer is opgestaan, nu
vangt het nieuwe leven aan,
een leven door Zijn dood
bereid, een leven in volle
heerlijkheid. Evangelie van
God maakt vrij!
Daar de kinderen dan
deelgenomen hebben aan
bloed en vlees, heeft ook
Hij zeer nabij deelgehad
aan hetzelfde, opdat Hij
door de dood hem die de
macht heeft van de dood,
dat is de tegenwerker,
buiten werking zou stellen
Hebreeën 2:14
De dood van de Heer;
Hebreeën spreekt één keer
in 12:2 over het kruis, één
keer over kruisigen in 6:6.
Het bewerkte niet alleen de
reiniging van zonden (1:3),
maar ook het toekomstige
buiten werking stellen van
de tegenwerker. Deze heeft
nog wel de macht van de
dood en jaagt nog steeds
daarmee zeer velen schrik
aan. Nu de Zoon van God
Zelf door de dood heen is
gegaan, hoeft een gelovige
geen angst voor de dood
meer te hebben. In de dood
is geen bewust bestaan, en
als de overledene de ogen
opent in de opstanding, is
het: oneindige heerlijkheid
in Christus’ aanwezigheid.
Daar de kinderen dan
deelgenomen hebben aan
bloed en vlees, heeft ook
Hij zeer nabij deelgehad
aan hetzelfde, opdat Hij
door de dood hem die de
macht heeft van de dood,
dat is de tegenwerker,
buiten werking zou stellen
Hebreeën 2:14
De Heer Jezus kreeg deel aan
bloed en vlees, net als de
kinderen. Hij kwam te midden
van Zijn volk als Mens.
Dat betekende veel lijden; wij
lazen dat in vers 9, Zijn dood
was beslissend. Hij heeft ‘zeer
nabij’ aan ‘hetzelfde’ deelge-
had. Hij ondervond heel dicht-
bij wat het betekende om
Mens te zijn. En stuitte op
het ongeloof, afwijzing door
de Zijnen. Lichamelijk lijden
kwam aan het einde van Zijn
aardse leven. Eerst heeft Hij
geestelijk en in de ziel veel
lijden gesmaakt.
Hoe indrukwekkend was dat
alleen al; en dan kwam aan
het einde Zijn dood aan het
kruis. Dat was een nog veel
dieper lijden!
Copyright © All rights reserved.