Woord vandaag

want ik weet Wie ik geloofd
heb en ik ben ervan overtuigd, 
dat Hij bij machte is het mij 
toevertrouwde te bewaken 
tot die dag
         
2 Timotheüs 1:12b

Het ‘weten’ van de apostel is
ook dat van u, jou en mij. Het
gaat om geloof, en vooral Wie
wij geloven: God, Christus
Jezus. Dat woord van God gaf
kracht om telkens door te gaan.
Het goede nieuws is immers:
Christus Jezus kwam in de
wereld om zondaren te redden.
En Hij slaagt daarin glansrijk.
Saulus was de ergste zondaar;
die werd geroepen in genade.
Dat overweldigde hem; en hij
diende daarna met volle inzet
zijn Heer. Hij was overtuigd,
dat zijn Heer die boodschap
van overstromende genade
zou bewaken.

Woord vandaag

Om die reden lijd ik dit ook, 
maar ik ben niet beschaamd, 
want ik weet Wie ik geloofd 
heb
    
2 Timotheüs 1:12a

Het lijden was omwille van de
boodschap die hij als apostel,
heraut en leraar bracht. Het 
lijden was omwille van zijn 
Heer en zijn God en Vader. 
Niettemin verheugde Paulus
zich in zijn lijden. Waarom?
Omdat het tot eer van zijn 
Heer was. En het was op weg
naar heerlijkheid. Het was 
mede voor de gemeente, het
lichaam van Christus (Kol.1:24).
Wanneer wij in dergelijk lijden
terechtkomen, richten ook wij
onze dank en gebed tot onze
God en Vader. Die heeft ons, 
ja allen, onuitsprekelijk lief.  

Woord vandaag

het evangelie waartoe ík 
aangesteld werd als heraut
en apostel en leraar van de 
natiën
    
2 Timotheüs 1:10c, 11

Apostelen en profeten horen
bij het fundament van dat ene
grote ‘gebouw’ van Gods plan.
In Efeziërs 2:20 hebben we dat
onlangs gezien in bijbelstudie:
https://da-ath.nl/?p=31247
Paulus was apostel en profeet,
én leraar van de natiën.
Ook in 1 Timotheüs 2:7 had
Paulus dit geschreven. Toen,
maar ook nu, zijn er die zich
leraren ophopen naar eigen
begeerte(n) (2 Tim.4:3).
We zouden het houden bij de
apostel en leraar, Paulus. Die
onderwijst ons door unieke
brieven. Dat doet hij aan al
de natiën, inclusief Israël,
God kiest en roept uit.

Woord vandaag

het evangelie waartoe ík 
aangesteld werd als heraut
en apostel en leraar van de 
natiën
     
2 Timotheüs 1:10c, 11

Paulus kondigt als heraut af:
het evangelie van Christus’ 
genade. Hij gaf door wat hem 
opgedragen werd. 
Hij was apostel, een door de
Heer afgevaardigde. Zo had
hij autoriteit; woorden die hij 
sprak, beslissingen die hij -in 
afhankelijkheid van de Heer- 
nam, hebben kracht.
Zijn apostelschap was apart 
van dat van de Besnijdenis.
Tevens was, is zijn evangelie
óók wezenlijk anders dan dat 
van de Besnijdenis. Galaten 
2:7-10 is daar duidelijk over. 
Apostelen van de Besnijdenis
zoals Petrus aanvaardden het
en bevestigden het met een 
stevige handdruk.