een slaaf van de Heer echter
moet niet vechten, maar
zacht(moedig) zijn ten aanzien
van allen, tot onderwijzen
bekwaam, kwaad verdragend
2 Timotheüs 2:24
De christenheid is een groot
huis met allerlei instrumenten.
Die tot Gods eer zijn, betreft
hen die serieus het woord van
de waarheid recht snijden.
Hymeneüs en Filetus deden
dat niet, zij verplaatsten een
waarheid, daardoor was hun
verkondiging een leugen.
De slaaf van de Heer is hier
Timotheüs, hij gaf onderwijs.
Tot onderwijzen bekwaam:
geldt de oudsten, opzieners,
evangelisten, leraren, herders
die het evangelie van Paulus
volgen. Dat dat lijden, kwaad
verdragen en moeiten geeft,
is bekend uit Paulus’ leven.
We zien op naar Hem, Die
allen onuitsprekelijk liefheeft.