Woord vandaag
Niet dat wij heer zijn van jullie
geloof, maar samenwerkers
zijn wij van jullie vreugde, want
in het geloof houden jullie stand.
2 Korinthiërs 1:24
De gemeente te Korinthe was
door de eerste brief krachtig
aangesproken op de kern van
geloof: de dood aan het kruis
en de opstanding van Christus.
Er was invloed van wereldse
wijsheid merkbaar, juist als
het om die essentiële dingen
gaat. De Korinthiërs hielden
stand in geloof. De kracht om
stand te kunnen houden was
van Christus, van God. Paulus
constateert met vreugde dat
(een deel van) de Korinthiërs
zijn evangelie (nog) volgde.
Woord vandaag
Niet dat wij heer zijn van jullie
geloof, maar samenwerkers zijn
wij van jullie vreugde, want
in het geloof houden jullie stand.
2 Korinthiërs 1:24
Paulus verkondigt nadrukkelijk
de waarheid voor vandaag. Wat
de individuele gelovige gelooft
is iets van het hart. God bepaalt
immers de mate van geloof.
Daarom konden Paulus en zijn
medearbeiders geen heer zijn
van het geloof. Wat iemand in
geloof aanvaardt en wat niet,
is tussen de Heer en hem/haar.
het evangelie van de genade
van God, van Christus, zou altijd
klinken. Dát geeft vreugde en
blijdschap in het hart. Dat zet
aan om te leven tot Zijn eer!
Woord vandaag
Ik echter roep als getuige God
aan over mijn ziel, dat ik, om
jullie te ontzien, niet meer
naar Korinthe gekomen ben
2 Korinthiërs 1:23
De beweegreden van Paulus
werd verkeerd uitgelegd. Men
dacht aan vleselijke redenen.
Dit is het motief waarom Paulus
(nog) niet naar Korinthe kwam.
De liefde van God in zijn hart
bewoog hem om ze te ontzien.
Sommigen waren erg bedroefd
om wat hij had geschreven en
hadden de verkeerde houding
ingezien. Om ze niet nóg meer
bedroefd te maken door zelf
aanwezig te zijn, bleef hij nog
(even) weg. Uiteindelijk werd
dat door Vader bepaald. Want
Paulus was overtuigd, dat God
het is, Die zowel het willen als
het werken bewerkt in levens
van gelovigen.
Woord vandaag
Die ons ook verzegelt en de
waarborg van de geest geeft
in onze harten
2 Korinthiërs 1:22
God geeft Zijn geest in ons
hart! Dat zegt de apostel in
Romeinen 5:5 ook.
Zó zijn wij dicht bij Gods hart;
verzoend met Hem door de
dood van de Zoon heen.
God heeft ons in Zijn hart; wat
wil je als mens dan meer?
Zijn geest in ons hart; en dat
is de kern waaruit wij leven.
De vrucht van die geest kan
dan ook niet uitblijven.
Wij kijken anders naar al wat
om ons heen is; steeds meer
wordt wat wij doen en laten,
zeggen en zwijgen, bepaald
door Zijn liefde.