Opnieuw kwam het onderwerp
Gog en Magog aan de orde. Nu
vanuit Ezechiël 39. Van een wat
andere kant belicht door deze
profeet. Naluisteren: deel A en deel B
Woord vandaag
zo dat wij zelf in jullie roemen in
de uitgeroepen gemeenten van
God over jullie volharding en
geloof in al jullie vervolgingen en
verdrukkingen die jullie verdragen
2 Thessalonicenzen 1:4
Paulus, Silvanus en Timotheüs
spraken zeer positief over deze
Thessalonicenzen. God gaf groei.
De gelovigen volhardden, geloof
was merkbaar aanwezig. In die
dagen was sprake van (ernstige)
vervolging en dus verdrukking.
In onze dagen kan de gelovige
die vasthoudt aan de Schrift en
het onderwijs van Paulus deze
dingen verwachten. Naarmate de
dag van Zijn terugkeer nadert zal
de druk op gelovigen toenemen.
God zal draagkracht (volharding,
het verdragen) geven!
Woord vandaag
Wij zijn verschuldigd God altijd
te danken om jullie, broeders,
zoals het gepast is, omdat jullie
geloof overvloedig groeit en de
liefde van eenieder van jullie
allen tot elkaar toeneemt
2 Thessalonicenzen 1:3
Elkaar ont-moeten is kostbaar.
In dank aan God samenkomen
rond Gods woord is fijn.
Gemeente, dat is niet iets wat je
doet, maar wat je bent. Lid zijn
van het lichaam van Christus is
nooit verbonden met op papier
lid zijn van een kerk, een club of
welke groep dan ook. Het ene is
genade van God, het andere
inzetting van mensen. Geloof én
liefde groeien niet door wat wij
doen, maar door wat God, onze
Vader, in ons bewerkt. De liefde
van God functioneerde volop bij
de Thessalonicenzen.
Onvoorwaardelijk elkaar genade
schenken: bij gelovigen normaal.
Handelingen studie 29
Stefanus spreekt in het vervolg
over Mozes, Jozua, David en
Salomo; zeker voor het Sanhedrin
zeer bekende mensen uit Tenach.
Daarin liggen voorbeelden en ver-
bindingen – zeer aansprekend.
Naluisteren: hier
Woord vandaag
Wij zijn verschuldigd God altijd
te danken om jullie, broeders,
zoals het gepast is
2 Thessalonicenzen 1:3a
De idee van schuld ten opzichte
van God is niet aanwezig in de
Griekse Schrift. De mens is wel
zondaar en Christus heeft al de
zonde(n) gedragen aan het kruis.
Sterker: Hij werd Zelf tot zonde
gemaakt (2 Corinthiërs 5:21).
Zo werd de zonde weggedaan.
Het woord verschuldigd zijn wijst
naar een logisch gevolg van iets
anders. God geeft de rijkdom van
Zijn genade. Dan is je hart er vol
mee, dus dank je de Vader.
Ook reden tot dank is wat God in
de broeders en zusters geeft.
Daarin is óók Zijn genade te zien
en te horen. Elkaar ont-moeten
is kostbaar.