6 april 2020
‘Hij gaat komen.’
Mensen weten dat niet, hopen wel dat
een andere tijd gaat aanbreken. Ergens
voelt de schepping dat wel aan:
want het voorgevoel van de schepping
wacht op de onthulling van de zonen
van God Romeinen 8:19
Men heeft geen idee wie die zonen zijn,
maar er is een voorgevoel, een vermoe-
den dat uiteindelijk alles anders en be-
ter zal zijn. God geeft antwoord.
‘Ja wat een uitzicht hebben wij.’
Onze tekst in Romeinen 8 vervolgt met:
want de schepping werd aan zinloos-
heid ondergeschikt, niet vrijwillig, maar
vanwege Hem, Die onderschikt
Romeinen 8:20
God is het, die deze oude schepping aan
resultaatloosheid onderschikt. Dat zegt
de Prediker (Qohelet, uitroeper) ook:
een en al vluchtigheid, zegt Prediker,
een en al vluchtigheid, alles is vluchtig
Prediker 1:2
Het woord voor vluchtig(heid) is hebel
in Hebreeuws: zinloos, leeg, ijdel.
‘En toch heeft God een plan.’
Dat voornemen van God daar gaat het
om. Mensen hebben plannen, God zal
Zijn plan uitwerken. Dat zegt de tekst:
…in verwachting dat ook de schepping
zelf bevrijd zal worden van de slavernij
van het verderf tot in de vrijheid van de
heerlijkheid van de kinderen van God
Romeinen 8:21
God zal bevrijden! In fases, ja, de mens
gaat zien, dat Jezus Messias van Israël
was en is. Gods bedoeling met alles zal
steeds duidelijker worden.