Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

24 juni 2019

‘Efeze-geheimenis is onbekend?’

Heel wat gelovigen weten genoeg te
zeggen over het geheimenis van Chris-
tus. En ze weten dan meestal niet, dat
ze het aardse aspect ervan kennen. In
Tenach (OT) wordt dat al bekend. Hij
zal Koning van de koningen zijn, als de
grote Nakomeling van David. Vanzelf-
sprekend over Israël, maar ook over de
volkeren. Zo sluit Mattheüs 1:1 naad-
loos aan op die beloften en profetieën
dat de Gezalfde uit het huis van David
de troon over de aarde zal bezetten.

‘Dus alleen over de aarde.’

Wat onbekend was gebleven, en dus
geheim gehouden, was het hemelse as-
pect van het geheimenis van Christus.
En daar heeft het Efeze-geheimenis al-
les mee te maken. In Efeziërs 1:10 zet
de apostel dat kort uiteen:

..tot beheer van het complement van 
de era’s, om het al te culmineren in de
Christus, zowel wat in de hemelen als
wat op de aarde is, in Hem

Het woord culmineren betekent: tot 
hoogtepunt komen. Uit de grondtekst 
blijkt heel letterlijk, dat het te maken 
heeft met: opwaarts (onder) hoofd
brengen.  En in de tekst staan de he-
melen voorop.

‘Het blijft heel groots, vind ik.’

Zijn hoofd-zijn op aarde was bekend. 
Maar dat dat óók de hemelen betreft, 
was onbekend in Tenach. Nu de apos-
tel in 1:10 kort noteerde wat het Efe-
ze-geheimenis inhoudt, zegt hij later:

..dat door onthulling het geheimenis 
aan mij bekendgemaakt is (zoals ik te-
voren in het kort schreef….)
                                      Efeziërs 3:3

Hier verwijst Paulus naar wat hij in 1:
10 had genoteerd. Kortweg; daarna 
spreekt hij uitvoerig over de hemelse
toekomst van het lichaam van Chris-
tus. Hij vervolgt dan ook met:

waardoor jullie bij het lezen bevatten
kunnen wat mijn inzicht in het gehei-
menis van de Christus is….
                                       Efeziërs 3:4

23 juni 2019

‘Een geest van wijsheid en onthulling.’

Die is nodig om de gelovigen te doen
verstaan wat het Efeze-geheimenis in-
houdt. En zij, die dit buitengewone ge-
heimenis kennen, zullen dit bidden als
het gaat om hun mede-gelovigen. Niet
aan iedereen is dit bekend geworden 
tot nu toe. Veel gelovigen zitten voor
een deel onder de tradities, die in de
loop van de tijd op het Woord gelegd
zijn. Daardoor ontbreekt inzicht in dit
grote geheimenis.

‘Daarvoor is die toedeling nodig.’

Onbekend is, of dit gebed uit Efeziërs 
1 tijdens voorbije eeuwen gebeden is. 
In ieder geval is bekend, dat broeders 
die pakweg 110 jaar geleden het Efe-
ze-geheimenis weer op tafel legden, 
dit gebed gingen bidden. Dat werkte 
God in hen uit; Hij verhoorde het. Zij
ontdekten de juiste plaats voor Israël 
en de gemeente die Zijn lichaam is. In
ieder geval leidde dat tot steeds meer 
gelovigen met verlichte ogen van het
hart waardoor zij de drie aspecten er-
van gingen zien.

‘Je leest dat nergens anders.’

Dat kan alleen in brieven van Paulus 
voorkomen. En waar men verward is
zullen de brieven van Petrus, Johan-
nes en Jakobus ook op de gemeente
toegepast worden. Dit ligt anders; al-
leen Paulus’ brieven zijn geschreven 
aan en voor het lichaam van de Chris-
tus. De rest is voor Israël. Gelovigen 
in die lijn hebben geen weet van het 
Efeze-geheimenis. En, kennelijk heeft 
een klein aantal gelovigen er nu wel 
weet van. God geve, dat méér leden 
dit leren kennen!

22 juni 2019

‘Fijn te weten dat Hij voor ons bidt.’

Dat heeft te maken met het lijden dat
wij ondergaan. Misschien omdat wij in
elk geval de eenheid van de geest wil-
len bewaren. En dat zal niet iedere ge-
lovige waarderen of begrijpen. Om te-
gen alle verdeeldheid in eraan vast te
houden (het is de waarheid), is kracht
nodig. Dat is het vermogen van Gods
liefde om de eenheid van de geest uit
te leven. In vervolging die dat met zich 
mee kan brengen, kan de gelovige blij-
ven liefhebben.

‘Door Zijn geest in ons.’

Dat is de enige krachtbron die ons in
staat stelt te blijven liefhebben. Het 
gaat niet anders. De heerlijkheid van
God wordt daar zichtbaar, waar men
de vijanden liefheeft. We kunnen on-
ze tegenstanders in diepste zin zien 
als toekomstige vrienden. Verzoening
is een feit, en dat kunnen wij tegen al
de vijandschap in laten zien. Hoe? In
onze houding. De Heer was ook zeer
verzoenlijk naar Zijn medegekruisig-
den toe. 

‘Hij was buitengewoon anders.’

Hij toonde de liefde van de Vader, en
dat is de Vader van de heerlijkheid. In
Efeziërs 1:17 gebruikt Paulus deze uit-
drukking, die verder niet voorkomt.
In één zin lezen we de twee hoogste
aanduidingen voor Zijn God en Vader:

de God van onze Heer Jezus Christus,
de Vader van de heerlijkheid

Hij bidt, dat deze God aan de gelovi-
gen uit Zijn liefde geeft:

een geest van wijsheid en onthulling
in erkenning van Hem

21 juni 2019

‘Heerlijkheid in ons.’

Gods heerlijkheid werd en wordt door
Zijn geliefde Zoon zichtbaar. En Zijn on-
derschikking aan Vader is Zijn hoogste 
heerlijkheid. Ook in Zijn discipelen en 
ál diegenen, die Hij van Zijn Vader ont-
ving, werd Gods heerlijkheid zichtbaar.
Dat lazen we gisteren, Johannes 17:22,
23 spreekt van eenheid. Wanneer zij
één zijn in de praktijk, dan is de heer-
lijkheid van God zichtbaar. De basis er-
voor werd gelegd in het doorgeven van
het woord, de uitspraken van God. 

‘Zij hoorden hetzelfde woord.’

De Meester was onder hen en te mid-
den van hen en sprak. Zij hoorden én
geloofden. Zo werkte Zijn geest in hen
uit, dat zij hetzelfde geloofden en dat 
gaf eenheid in de praktijk. Zo werkt in
deze tijd Gods geest in al de gelovigen
van het lichaam van Christus. Zij horen
en geloven het woord van de waarheid,
het evangelie van hun redding (Efeziërs 
1:13). En omdat zij allemaal de heilige 
geest van God ontvingen, ermee verze-
geld werden, zijn zij één. 

‘Ja, dat is een logische lijn.’

Naarmate de leden hetzelfde geloven,
zal in de praktijk de geweldige eenheid
van de geest zichtbaar zijn. Dan zal de
heerlijkheid van God te zien zijn. Dat is 
wat geestelijk gezinde gelovigen zien.
De Heer sprak met Vader over eenheid
bij Hem en Zijn Vader onderling. Maar 
ook eenheid bij Zijn discipelen. We mo-
gen ervan uitgaan dat Hij zo bidt als het 
om Zijn lichaam gaat. Hij pleit voor ons 
bij Vader (Romeinen 8:34)!

20 juni 2019

‘De heerlijkheid van God.’

Dat klonk op de bijbelstudie van afge-
lopen dinsdag. Wanneer je daarvan 
iets hebt gezien, laat het je nooit los.
Saulus ontmoette de Heer in Zijn gro-
te heerlijkheid, nabij Damascus. Licht
omstraalde hem, hij was er blind van.
Later bidt hij om een geest van wijs-
heid en onthulling in de erkenning van
Hem. En dat is opdat de ogen van ons
hart verlicht worden, zodat wij anders
gaan zien. Je ziet dan iets van de heer-
lijkheid van God.

‘Dat is groots en onvergetelijk.’

Het is enorm, wanneer je dat met je
hart ziet. Het houdt je vast, de liefde
van God is iets, dat nooit zal ophou-
den en uiteindelijk allen zal bereiken.
In diepste zin kent God geen hopeloze
gevallen. In Zijn wegen zal Hij alles en
iedereen terechtbrengen. Door Zijn ge-
liefde Zoon zal Hij ervoor zorgen, dat
allen gaan delen in Zijn heerlijkheid.
Onze Heer zei over Zijn discipelen:

En Ik heb de heerlijkheid aan hen gege-
ven die U Mij gegeven heeft, opdat zij 
één zijn, zoals wij Één zijn, Ik in hen en 
U in Mij, dat zij vervolmaakt worden in
één, en opdat de wereld weet dat U Mij
stuurt en hen liefhebt zoals U Mij lief-
hebt                         Johannes 17:22,23

‘De discipelen ontvingen veel.’

Zij hebben heerlijkheidontvangen, zo le-
zen we in Johannes 17. Waar heeft dat
dan mee te maken? De Heer gaf aan hen
eonisch leven, leven in de komende tijd-
perken (Johannes 17:2,3). Verder had Hij
aan hen de Naam bekendgemaakt. En
dat niet alleen, Hij had óók de uitspraken
die Hij van Vader ontving, aan Zijn disci-
pelen doorgegeven (Johannes 17:7). Je 
proeft de vreugde van de Heer, wanneer
Hij tegen Vader zegt:

..en zij namen ze (de uitspraken) aan, en
weten waarlijk dat Ik van U kwam en zij 
geloven dat U Mij gezonden hebt
                                          Johannes 17:8

Het was hun geloofdat Jezus waarlijk de
Zoon van God is, dat heerlijkheid in hen 
opleverde, vrucht droeg.