17 mei 2020
‘Naar Hem toe leven.’
Dat meer en meer naarmate de dag
van Christus nadert. De brief aan de
Filippenzen richt ons daarop:
en dit bid ik, dat jullie liefde nog meer
en meer mag overvloeien in erkenning
en alle fijngevoeligheid
Filippenzen 1:9
De erkenning heeft onder meer te ma-
ken met:
Hij, Die onder jullie een goed werk on-
derneemt, dat voltooien zal tot aan de
dag van Christus Filippenzen 1:6
‘Hele fijne belofte.’
Ja de erkenning bij Paulus wijst ons el-
ke keer op God, Die werkt. Je leest in
Kolossenzen 1, dat het gebed gaat om
de erkenning van Zijn wil, dat leidt tot
vrucht dragen en erkenning van God.
Als we terugkeren naar Filippenzen 1,
dan lees je dat erkenning van God we-
zenlijk de liefde voor Hem en van Hem
doet overvloeien in ons.
‘Liefde voor Zijn woord.’
Dat natuurlijk ook, en wezenlijke liefde
(agape) naar God, Zijn Christus, en die
ander die je ontmoet. Dat is een bewe-
ging van je af, tegenovergestelde van
egoïsme. Je kijkt anders naar de ander
als je Gods liefde in je hart hebt. Goed-
heid, rechtvaardigheid en waarheid is
de vrucht, die toeneemt. De liefde van
God stroomt dan door je heen naar de
ander; je wil God dienen.