Woord vandaag
Bij mijn eerste verdediging
stond niemand mij bij,
maar allen verlieten mij.
Laat het hun niet
aangerekend worden!
2 Timotheüs 4:16
Paulus moest zich verdedigen
tegen onterechte aanklachten.
Zo lang men liegend kwaad van
hem sprak, niets aan de hand.
In Handelingen 22 lezen we,
dat hij zich verweerde richting
de menigte. Daarna wilde men
weten waarvan hij beschuldigd
werd. Paulus zei met een zuiver
geweten gewandeld te hebben.
Vervolgens liet Ananias, de hoge-
priester, hem op de mond slaan,
(Handelingen 23:2), hetgeen ze
bij de Heer ook deden.
Dat is tekenend voor wat velen
proberen: Paulus het zwijgen
opleggen. Soms is het letterlijk
slaan. Meestal gebeurt het sub-
tieler, via de binnengesmokkelde
valse broeders (Gal.2:4).
Of via een verlegging van Paulus’
woorden, die anders uitleggen.
Dat is reden waarom we Paulus,
onze leraar, ‘de verlaten apostel’
noemen. Hij zegt: allen verlieten
mij. Constaterend, zonder verwijt.
Woord vandaag
Wees ook jíj op je hoede voor
hem, want hij heeft onze
woorden zeer weerstaan
2 Timotheüs 4:15
Het ‘op je hoede zijn’ wijst in
de grondtekst op ‘waken’ in
de zin van: ‘bewaken’.
Paulus attendeert Timotheüs
dringend op het gevaar van
Alexander. Naast ‘veel kwaad’
ten opzichte van de apostel,
noemt Paulus hier:
hij heeft onze woorden zeer
weerstaan.
Hij werkte niet alleen tegen
het evangelie van Paulus in.
Het ‘weerstaan’ is letterlijk:
‘in-plaats-van-staan’.
Mogelijk had deze Alexander
een ‘eigen’ boodschap, en
ging ermee in de plaats van
wat Paulus bracht, staan.
Dit is duidelijk genoeg; laten
wij Vader danken voor wat we
in dat heerlijke evangelie van
de rijkdom van Gods genade
ontvangen hebben!
Woord vandaag
Alexander, de koperslager,
heeft mij veel kwaad betoond.
De Heer zal hem naar zijn
werken teruggeven.
2 Timotheüs 4:14
Het is niet duidelijk of dit ook
de Alexander uit 1Tim.1:20 is.
Z’n geloof was op de klippen
gelopen. En hij lasterde; dat is
een vorm van (groot) kwaad.
Lasteren = schade-verklaren;
dat is: verklaringen afleggen,
iets zeggen dat iets, meestal
iemand beschadigt. Er staat
zelfs van deze Alexander, dat
hij de apostel van de natiën
veel kwaad betoond had. Nu
nam Paulus zelf geen wraak
op hem; hij liet het over aan
de Heer.
Als het gaat om het evangelie
van genade, kan verdediging
(Galaten!) nodig zijn. Kennelijk
ging het hier om tegenwerking
in de mens-tot-mens sfeer.
Lasteren op de mens gericht,
is vaak liegend kwaadspreken;
dat liet Paulus gaan. Wat de
lasteraar op zich laadt, zal de
Heer te Zijner tijd teruggeven.
In alles mogen we opzien naar
Hem, Die ons onuitsprekelijk
liefheeft!