29 maart 2020
‘De tempel in Jeruzalem.’
Dat is de binnenkort te bouwen tem-
pel, door het tempelinstituut. Het ver-
langen daarnaar is door Jahweh in hun
hart gelegd. Niettemin zullen zij in het
midden van de 70e jaarweek van Dani-
ël 9:24-27 bedrogen uitkomen:
en zelfs tegenover de vorst van de me-
nigte vergroot hij zichzelf; omwille van
hem wordt het voortdurende ritueel
verstoord; en al wat tot de plaats van
Zijn heiligdom behoort wordt neerge-
smeten Daniël 8:11
‘Dat is nogal wat.’
Dat bedoelt Paulus (2 Thessalonicen-
zen 2), wanneer hij over deze eindtijd
schrijft. We lezen verder in de profetie:
en aan de hoorn werd een menigte ge-
geven die overtreedt tegen het voort-
durende ritueel; zo smijt hij de waar-
heid op de aarde; en hij doet dit en is
voorspoedig Daniël 8:12
De hoorn is de wetteloze. Op de helft
van de jaarweek zet hij het ritueel bij
de tempel op de tempelberg stop. Dit
lezen we later opnieuw:
zijn gewapende legers zullen eromheen
staan en zij overweldigen het heiligdom,
de sterkte, zij nemen het voortdurende
ritueel weg en geven die over aan een
verwoestende gruwel Daniël 11:31
Hij zal dan de religie van de eindtijd in-
stalleren: de aanbidding van het beest
en van de draak, de satan. Wereldwijd
verplicht – onder dictatuur.
‘Hoe lang duurt dat dan?
Dat vraagt een heilige in Daniël 8:13 en
daar wordt het de verwoestende over-
treding genoemd, mét de tijd. Het zal
2300 avonden-morgens zijn. Dus in elk
geval de periode van grote verdrukking
(1260 dagen), plus nog 1040 dagen:
dan zal de heilige plaats recht bevon-
den worden Daniël 8:14
Voor Israël zal eerst na 1260 dagen de
grote verdrukking (en verplichte aan-
bidding van het beest) afgelopen zijn.
Daarna zal in fasen de wereld rondom
Israël verlost worden, met als hoogte-
punt: de val van Babylon.