Woord vandaag
Daar velen roemen naar
het vlees, zal ook ík roemen.
2 Korinthiërs 11:18
Paulus zei, onder tranen,
later (Fil.3:18,19), dat veel
gelovigen als vijanden van
het kruis van Christus leven.
Daar is roemen naar het
vlees onderdeel van. Het is
dan eigen roem, prestaties
van mensen, ‘grote namen’.
Paulus schreef eerder:
Wat nu heb jij, dat jij niet
ontvangen hebt? Indien jij
nu ook ontvangen hebt,
waarom roem je als niets
ontvangend? (1Kor.4:7).
En hier is het woord van het
kruis aan de orde. Het vlees
van de mens is samen met
Christus gekruisigd.
Daar valt dus niets meer in
te roemen.
Paulus gaat wel spreken over
eigen ervaring als ‘roem’ in
2 Korinthe 11, dat is echter
totaal anders dan hoe de
Korinthiërs roemden.
Woord vandaag
Wat ik spreek, spreek ik niet
overeenkomstig de Heer,
maar als in onbezonnenheid,
in deze aanneming van roemen
2 Korinthiërs 11:17
Paulus was zeer terughoudend
als het om zijn eigen ervaring
ging. Mensen konden al snel
zijn woorden opvatten als
iets dat op hem zelf gericht
was. De houding die hij had
moest wel kloppen met het
evangelie dat hij bracht.
Paulus was niet hypocriet of
egoïstisch. Hij leefde wat hij
geloofde. Hij stelde zich zeer
terughoudend, geduldig en
verdraagzaam op, zo blijkt in
dit gedeelte (11:7-33).
Het woord van het kruis (de
zwakheid en schande in de
dood van Christus) is daarin
te zien.
Ondanks alle onbegrip, hoon
en laster van de Korinthiërs
bleef hij in Gods liefde naar
hen toe.
Net zoals de Heer aan het
kruis bad tot Vader om
vergeving voor Zijn vijanden.
Woord vandaag
Weer zeg ik: niemand zou
menen, dat ik onbezonnen
ben. Indien echter niet zo,
ook wanneer het als een
onbezonnene is: ontvangt mij,
opdat ook ik in iets kleins zou
roemen.
2 Korinthiërs 11:16
Maar liefst drie keer gebruikt
Paulus ‘onbezonnen’ en ook
drie maal ’onbezonnenheid’
in 2 Korinthiërs 11; en in 12
nog twee keer ‘onbezonnen’.
De Korinthiërs verweten de
apostel ‘niet goed bij zinnen’
te zijn; of ‘onverstandig’.
Zij stelden andere redenaars,
goed in de rhetorica, voorop.
Vandaar dat Paulus weer met
lichte ironie spreekt. In wezen
was het andersom.
De Korinthiërs waren vooral
onbezonnen; Paulus sprak de
waarheid in liefde tot hen.
En hij is ootmoedig, hij wilde
graag te midden van hen zijn,
ook al was hij ‘onbezonnen’.
In Gods liefde ging hij rond;
laten wij de apostel navolgen.
Woord vandaag
Het is niet groot dan, indien
ook zijn dienaren omgezet
worden als dienaren van
gerechtigheid, van wie de
voltooiing zal zijn in
overeenstemming met hun
werken.
2 Korinthiërs 11:15
Gerechtigheid ziet men vaak
als iets dat in het sociale vlak
van belang is: sociaal evangelie.
Het blijkt regelmatig op het
christelijke erf alleen sociaal,
evangelie blijft achterwege.
Velen hebben zich in de loop
van de tijd als ‘dienaren van
gerechtigheid’ opgeworpen.
Wat ondergeschoven bleef:
Romeinen verkondigt Gods
gerechtigheid en Zijn genade.
God rechtvaardigt al degenen
die uit het geloof van Jezus
zijn (Rom.3:26). En zo blijkt:
God is volkomen rechtvaardig.
Veel ‘dienaren’ spreken daar
niet over. Kijk naar hun ‘einde’;
wat komt uit al hun werk voort?
Wij zijn dankbaar, dat God Zijn
evangelie doet verkondigen in
deze tijd!