Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

want Demas verliet mij,
de tegenwoordige eon 
liefhebbend, en is naar 
Thessalonica gegaan
     2 Timotheüs 4:10^a

Paulus zegt: de tegenwoordige
eon liefhebbend over Demas.
De innerlijke verwijdering was
oorzaak van fysieke afstand.
Op 13 april j.l. was Lukas 8:14
aan de orde. Veel dingen van
het leven kunnen afleiden.
In paralleltekst Mattheüs 13:
22 zegt de Heer over de in
dorens gezaaide:

dat is hij die het woord hoort;
maar de zorgen van deze eon
en de verleiding van rijkdom
verstikken het woord, en het
wordt onvruchtbaar

Zou zoiets bij Demas gespeeld
hebben? Of zou het een religie
geweest zijn? Of was Demas
onder beslag van Galatische
dwaling gekomen? Of had hij
de oren laten strelen door de
leraren, in 2Tim.4:3 genoemd?
We weten het niet.
In ieder geval is het voorbeeld
duidelijk. Laten wij biddend
blijven bij de woorden van het
geloof + het ideale onderricht!

want Demas verliet mij,
de tegenwoordige eon 
liefhebbend, en is naar 
Tessalonica gegaan
     2 Timotheüs 4:10^a

In Kolossenzen 4:14 wordt hij
ook genoemd:

Jullie groet Lucas, de geliefde 
arts, en Demas.

Het lijkt net, zoals Paulus het
hier zegt, of de samenwerking
al moeizaam was.
Paulus geeft verdrietig aan,
dat Demas hem verliet. Het is
duidelijk, dat hij daarmee ook
het onderwijs van de apostel
verlaten had.
Wellicht al eerder in het hart.
In tegenstelling tot hen, die
Zijn verschijning liefhebben,
was Demas gedraaid, keerde
zich van Paulus af. Hij had de
tegenwoordige (boze) eon
lief. En het is waar, de Heer
Jezus zei immers: Niemand
kan twee heren dienen.
Laten wij, blijmoedig, gericht
op Zijn verschijning, de Heer
dienen, dicht bij de woorden
van het geloof en het ideale
onderricht!

Beijver je om snel naar mij 
toe te komen
        2 Timotheüs 4:9

Paulus, aan het einde van zijn
aardse bestaan, vraagt aan de
trouwe naaste medewerker
om bij hem te komen. Dat had
vanzelfsprekend zo zijn reden.
Timotheüs zal, na het lezen van
de brief, zich gehaast hebben
om zo snel als kan bij de leraar
van de natiën te zijn.
Elke gelovige die oren krijgt naar
wat Paulus te zeggen heeft, zou
zich beijveren zo veel mogelijk
‘bij Paulus te zijn’. Opdat echte
geestelijke groei kan komen. En
de gelovige, niet langer heen en
weer bewogen, standvastig is
in het woord van de waarheid.  

En niet alleen aan mij, maar
maar ook aan allen die Zijn 
verschijning liefhebben.
         2 Timotheüs 4:8^b

Hebt u Zijn verschijning lief?
Als Hij komt, zal Hij komen als
Redder. Hij zal ons vernederd
lichaam veranderen, opdat
het gelijkvormig zal zijn aan
Zijn heerlijkheidslichaam.
Zó lief heeft Hij u, jou en mij.
De verleidingen van deze eon,
ja, ze zijn er. Richt uw hart en
gedachten op uw Redder en
Heer. Dan wordt al wat kan
afleiden onbelangrijk.
Paulus schrijft ons ook, dat
wij onze gedachten en hart
richten op wat boven is, en
daar is Hij, Christus, Die als
Enige het hart van de Vader
laat zien.  

Verder is voor mij de krans van 
gerechtigheid gereserveerd, 
die de Heer, de rechtvaardige 
Richter, mij zal teruggeven in 
die dag. En niet alleen aan mij, 
maar ook aan allen die Zijn 
verschijning liefhebben.
         2 Timotheüs 4:8

Bij gelovigen merk je soms
weinig van liefhebben van
wat zij geloven van Christus
Jezus’ verschijning.
‘De zorgen, de rijkdom en de
genietingen van het leven’
(Lukas 8:14) leiden te veel af.
In plaats van Zijn verschijning
lief te hebben, hebben zij de
huidige eon (2Tim.4:10) lief.    
Gerechtigheid is niet beperkt
tot onze wandel; het gaat ook
om ons geloof en genegenheid
van ons hart. Met vreugde naar
Zijn aanwezigheid uitzien, in je
hart een sprong van blijdschap
ervaren als je daaraan denkt.
Dát is helemaal terecht (anders
gezegd: rechtvaardig) om zo
te leven, oprecht uitzien.
De krans van gerechtigheid zal
de Heer in die dag ‘betalen’ (of
letterlijk: teruggeven) aan hen,
die Zijn verschijning liefhebben!