‘Mooi, dat wij verzegeld zijn met die heilige geest. Maar wat nou als je als
gelovige een scheve schaats rijdt? Je begrijpt wel wat ik bedoel. Wordt
dat zegel dan verbroken?’
Dat is niet mogelijk. Later schrijft hij, dat wij verzegeld zijn tot (in) de dag
van de vrijkoping, de wegrukking van de gemeente (zie Efeziërs 4:30).
Juist daar in Efeziërs 4 gaat het om onze levenswandel als gelovigen, en
wordt gesproken over allerlei dingen waarmee wij die heilige
geest van God kunnen bedroeven.
Maar die dingen kunnen de verzegeling niet ongedaan maken!
Die is immers (vastgelegd) in Christus!
‘Geweldig weer, dat het ook wat onze wandel betreft, niet van ons, maar
van Hém afhangt! Die verzegeling is weer een grandioos genadewerk van
God!’
Er staat ook nog bij in Efeziërs 1:14, dat het een waarborg van onze lot-
genieting is, tot de vrijkoping van het voor ons toegeeïgende. Dat spreekt
helemaal van vastheid en zekerheid. Er kan gewoon niets mis gaan. Het is
alles in en door Zijn genade, tot lofprijs van Zijn heerlijkheid.
Kortom: het draait om Hem, en Hij kiest ons uit voor iets heel bijzonders!
‘Je raakt er niet over uitgedacht. Het is allemaal zo anders. Dit hoor je ner-
gens. Meestal gaat het in christelijke kring om goed voor elkaar zijn, een
beetje je best doen en dan maar hopen dat je er straks goed voor staat bij
God, althans zo komt het op mij over.’
Paulus is de grote apostel voor alle volkeren in deze tijd, en tegelijk de
grootste steen des aanstoots in de theologie. Men weet vaak prima met
allerlei andere bijbelboeken om te gaan…maar Paulus….!
‘Hoe komt dat toch?’
Het antwoord wat je al kon raden, is: ‘de genade van God’. Bij Paulus is er
geen tussenweg. Het is geloof óf werken, genade óf wet. Paulus is niet van
en-en. Bovendien stelt hij glashelder hoe het zit: God is de redder van álle
mensen, niet enkel van de gelovigen van nu.