De Heer zal mij bergen van
ieder boos werk en redden
tot in zijn ophemels koninkrijk.
Hem zij de heerlijkheid voor
de eonen van de eonen!
Amen!
2 Timotheüs 4:18
De lofprijzing is door Paulus:
Hem zij de heerlijkheid en is
hier voor de Heer bestemd.
In Efeziërs 3:20,21 is dat
voor de God en Vader van
onze Heer Jezus Christus.
De heerlijkheid van Christus
zal groot zijn, zowel aards
als ophemels. Dat is nu nog
niet zichtbaar, maar in de
komende twee eonen wel.
In de 1000 jaar is Hij Koning
van de koningen en Heer
van de heren op aarde.
Dat houdt nog niet in, dat
Hij lijfelijk altijd op aarde is.
Hij stelt David, die opstaat
bij de opstanding aan het
begin van de 1000 jaren,
aan als koning van Israël.