Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Want wij kunnen niet iets 
doen van de waarheid af, 
maar voor de waarheid.
       2 Korinthiërs 13:8

Waarom zijn Christus Jezus,
Paulus, en anderen, vervolgd? 
Opkomen voor de waarheid; 
de Heer is het, Die zelf als de 
Waarheid voor Pilatus stond. 
De Heer is het, Die later 
Paulus bijstond:

Bij mijn eerste verdediging 
stond niemand samen bij mij, 
maar allen verlieten mij. Laat 
het hun niet aangerekend 
worden! Maar de Heer stond
naast mij en gaf mij kracht.
       2 Timotheüs 4:16,17^a

Aan beider levens is te zien, 
dat het blijven bij de waarheid
van God leidt tot een eenzame
positie. Eenzaam kun je je dan 
voelen, maar je bent niet alleen!
Toch blijken er altijd meerdere 
gelovigen te zijn, die ook dicht
bij de waarheid van God willen 
blijven. Liefde tot God, de Vader,
is: ook liefde tot Zijn waarheid 
hebben. God geve, dat wij allen
standvastig daarin blijven! 

Wij wensen echter naar God
toe, dat jullie geen kwaad
doen, in niets, niet opdat wíj
beproefd zichtbaar worden,
maar opdat júllie het
uitstekende doen, en wij als
onbeproefd zijn
         2 Korinthiërs 13:7

Uiterst genadevol geeft Paulus
aan, dat zijn gebed en wens is,
dat zij, door Gods genade, ver
bij het kwaad vandaan blijven.
En dat bedoelt hij dan nog niet
eens als afstralend op hem zelf
en zijn mede-arbeiders. Paulus
was wél beproefd, sowieso, en
sommige Korinthiërs willen nog
steeds ‘bewijzen’ ervan zien.
De wil van God is, dat zij en wij
het uitstekende doen. Dat is:
leven voor Zijn aangezicht en
de heiligheid voltooien in de
vrees van God (2Kor.7:1).
Heiligheid wijst erop, dat wij
als gelovigen, u, jij en ik, ons
lichaam dagelijks stellen tot
levend, heilig, God welgevallig
offer. Dat is voltooien; een
actieve wandel in nieuwheid
van leven. Voltooien betekent
niet: perfectie bereiken.
Dat najagen levert verkeerde
krampachtigheid op.
Wij leven ontspannen in de
liefde en genade van God,
gericht op Vader en de ander.

Ik verwacht echter dat jullie
zullen erkennen, dat wíj niet
onbeproefd zijn
       2 Korinthiërs 13:6

Paulus was beproefd; tegen
de meeste gelovigen in die
tijd hoefde dat niet toegelicht
te worden. Naar Korinthiërs
(niet allemaal) toe was dat
wel nodig. Geestelijk gezien
is dat in de christenheid nog
zo; men leunt meer op de
apostel Petrus, op Johannes,
dan dat men aandacht voor
Paulus heeft. Hier en daar is
erkenning voor Paulus, maar
grotendeels is men verzand.
‘Paulus is zo moeilijk’; ‘die
lastige Paulus’, dat hoor je.
De indruk bestaat, dat men
liever de set brieven van de
apostel overslaat. Reden te
meer om die brieven, aan
ons gericht, te lezen en te
leven!  

Beproeft julliezelf, of jullie 
in het geloof zijn; toetst 
julliezelf. Of erkennen jullie 
van julliezelf dat Christus 
Jezus in jullie is? Tenzij 
jullie wat onbeproefd zijn.
    2 Korinthiërs 13:5

Naast het geloof geeft de 
Heer ons dienstwerk. Dat 
kunnen wij doen, omdat 
onze bekwaamheid niet uit
onszelf is (2Kor.3:5). Vragen
die de Korinthiërs stelden, 
waren onterecht. De Heer 
had hem als apostel gesteld;
niet om ‘leiderskwaliteiten’
maar omdat Hij hem grote
barmhartigheid en genade 
betoonde. De ware test of
Christus in hem sprak was 
de gezindheid van Christus
Jezus; niet het geweldig in
spreken kunnen zijn.
De ware test was, of hij in
de praktijk verzoenend was
en genade betoonde. Niet 
of hij tekenen en wonderen
deed of veel volgers had.
En ja, dit was in de praktijk
bij Paulus goed te zien. 
Laten wij dan zijn voorbeeld
navolgen!