Want wij zijn deelhebbers
geworden van de Christus,
mits wij het begin van onze
aanneming tot aan de
voltooiing bevestigd,
vasthouden
Hebreeën 3:14
In Handelingen lezen wij het
antwoord op de vraag: Heer,
zult U in deze tijd voor Israël
het koninkrijk herstellen (1:6)?
Veel Israëlieten geloofden en
bekeerden zich, lieten zich in
water dopen en heilige geest
kwam op hen. Zij werden zo
deelhebbers van de Messias
Jezus. Zij waren kinderen van
God geworden (Joh.1:12).
Het koninkrijk had echt door
kunnen breken, als dat alles
was doorgezet. Het hele volk,
inclusief de leiders, zou dan
wedergeboren worden.
Dat gebeurde evenwel niet.
Herhaald geeft Handelingen
te kennen, dat verharding (of
vereelting) optrad: ongeloof.
Omdat de vestiging van het
aardse koninkrijk uitbleef,
vielen sommigen terug in het
oude judaïsme. De Hebreeën
moesten volharden, daartoe
roept de schrijver op, naar de
woorden van de Heer Jezus
in Mattheüs 24:13:
Maar wie volharden zal tot het
einde, die zal gered worden.