en reiniging van de zonden
bewerkt, Hij gaat zitten aan
de rechterhand van de
Majesteit in de hoogten
Hebreeën 1:3b
De verheerlijkte Christus Jezus
zit aan Vaders rechterhand. In
Paulus’ brieven uitgangspunt;
niet Jezus Christus, maar Zijn
titel voorop. Hier, in de grote
aanhef van Hebreeën wordt
Hij als de Zoon benoemd en is
het de Majesteit in plaats van
God of Vader. Dat drukt zowel
de kracht en macht als liefde
uit. Dat lijkt toegesneden op
de Israëlieten die de Messias
Jezus volgden. Voor Israël is
de titel Sjaddai (‘Almachtige’)
en Jahweh Zebaoth (HEER van
de legermachten) belangrijk.
Daar sluit ‘Majesteit’ bij aan.
Hij zit aan de rechter(kant) en
dat is plaats van macht. Zo is
de Zoon: in Zijn heerlijkheid.
Niet Zijn wandelen op aarde,
maar de hoge hemelse plaats
wordt voor gelovige Israëlieten
voor ogen gesteld.