Wat is het lichaam van Christus?
Hoe zit dat eigenlijk met ‘complement’?
Dat en meer werd besproken in deze
studie. Deel A en deel B
Woord vandaag
Want al wat tevoren geschreven
is, is tot onze onderwijzing
geschreven, opdat wij door de
volharding en door de
vertroosting van de schriften
de verwachting zouden hebben
Romeinen 15:4
Heel de Tenach (OT) werd tot
onderricht geschreven, het is
onderwijzing van God. Daarom
zou Israël steeds horen naar
dat woord van Jahweh (Ik ben).
Torah (onderwijzing) werd op
het volk Israël gelegd. Zij
moesten gehoorzamen. Onder
genade in deze tijd schenkt
God gaven aan de mensen.
Niet: ‘je moet gehoorzamen
aan’ maar als geschenken
waaruit je kunt leven, door de
kracht van de geest van God,
tot Zijn eer.
Woord vandaag
Want ook Christus heeft niet
Zichzelf behaagd, maar zoals
er staat geschreven:
“De verwijten van hen die
U verwijten vallen op Mij.”
Romeinen 15:3
Christus zocht niet Zijn eigen
belang, maar dat van Zijn Vader.
De Heer werd verteerd door de
ijver voor het huis van Zijn Vader
en daardoor werd Hij gesmaad.
Zelfs toen Hij aan het kruis hing
werd Hij nog bespot, gehoond.
Toen bad Hij of Vader het hen
wilde vergeven, want zij wisten
niet wat zij deden. Zij maakten
in wezen allerlei verwijten aan
God, maar kwamen op de Zoon.
De Heer Jezus behaagde Zichzelf
niet. Wij worden aangesproken
niet onszelf te behagen, maar
Hem Die ons liefheeft en zo de
ander (zwakke) meenemen. In
de liefde van de Vader.
Woord vandaag
Want ook Christus heeft niet
Zichzelf behaagd, maar zoals
er staat geschreven:
“De verwijten van hen die
U verwijten vallen op Mij.”
Romeinen 15:3
Psalm 69:9b is het citaat, uit
een van de vele Psalmen die
het lijden van de Heer Jezus
Christus beschrijven. Hij kreeg
verwijten, want de ijver voor
het huis van Jahweh verteerde
Hem (Psalm 69:9a). Centraal in
dat huis is het Woord, dat in de
ark in het heilige der heiligen
was. Daar was het Hem om te
doen; het woord van Vader.
Terwijl de discipelen steeds
zwak (in het geloof) waren.
Toch behaagde Hij Zichzelf niet,
toonde veel geduld, liefde tot
en met het (bittere) einde, toen
zij allen vluchtten, om ze na Zijn
opstanding weer in genade te
ontmoeten en te spreken.