Laat het dan zo zijn. Ík heb
jullie niet overbelast, maar
inherent listig zijnd, heb ik
jullie door bedrog gegrepen!
2 Korinthiërs 12:16
De ironie van het tweede deel
van deze tekst is heel scherp.
Paulus heeft in 2 Korinthiërs 11
de schijn- of valse apostelen
benoemd. Zij, die zich voordoen
als echte apostelen maar het
niet zijn. Hij bedoelde daar niet
de Besnijdenis-apostelen mee.
Dat waren wél echte. Paulus,
de Heer Jezus, Petrus; door de
geest geleid spraken zij over
misleiding en verleiding. Wij
leven nu in de tijd, dat er erg
veel bedrog en afleiding en
misleiding is. Het kan net echt
lijken, maar is het niet.
Paulus spreekt de waarheid
voor vandaag; geen spoor van
bedrog in zijn evangelie.
Integendeel; wij zouden alles
toetsen of testen. Waaraan?
Aan het evangelie van genade,
van redding, het woord van de
waarheid (Efeziërs 1:13).