Indien men roemen moet,
al is het inderdaad niet
bevorderlijk, zal ik echter
ook komen met visioenen
en onthullingen van de Heer
2 Korinthiërs 12:1
‘Roemen’ lees je vaak in de
beide Korinthe-brieven. De
Korinthiërs keken op naar
mensen.
De ‘goede sprekers’ bleken te
beschikken over uitstekende
retoriek, toen was dat een
ware kunst.
Vandaar dat groepsvorming
door Paulus besproken werd:
‘ik ben van die’ en: ‘ik van die’.
Allemaal menselijk, je ziet het
doorheen de eeuwen steeds.
Nu kwam Paulus met roemen;
en geeft daarbij aan, dat het
niet bevorderlijk is. Zelfs als
mensen hun bijzondere en
indringende ervaringen met
de Heer vertellen, kan het al
snel afleiden van de Heer
zelf. Want de ervaring van de
mens komt centraal te staan.
Een getuigenis dat écht tot
Zijn eer is, de apostel komt
er nu mee in dit hoofdstuk.