De God en Vader van de
Heer Jezus, Die gezegend is
voor de eonen, neemt waar,
dat ik niet lieg.
2 Korinthiërs 11:31
De God en Vader van de Heer
Jezus. Voor Zijn aangezicht
leefde en werkte Paulus als
de apostel van de natiën.
De leraar van de natiën in
geloof, kennis en waarheid
was het, die dit kon getuigen.
Dé God en dé Vader is het,
in Zijn handen was en is heel
ons leven. Deze is gezegend
voor (tijdens) de eonen. Het
echte zegen geven; dat was
altijd door een hogere aan
een lagere.
Melchizedek zegende Abram
(Gen.14:18-20).
De (hoge)priester kon zegen
over het volk Israël spreken
(Num.6:22-27).
De mens kan in dankgebed
uitspreken: Gezegend is de
God en Vader van onze Heer
Jezus Christus (Ef.1:3).
En dat is in grote dank voor
de ontvangen zegen:
Die ons zegent met iedere
geestelijke zegen te midden
van de hemelsen in Christus.