Woord vandaag
Andere uitgeroepen gemeentes
heb ik beroofd, rantsoen nemend
voor jullie dienst, en aanwezig
zijnd bij jullie en gebrek geleden
hebbend, was ik tot last voor
niemand
2 Korinthiërs 11:8
‘Beroofd’ is ook ironie; Paulus
zegt hier, dat hij gemeentes niet
wilde belasten. Het evangelie
van genade is om niet en het kán
geen zaak van winst zijn, al waren
– en zijn! – er genoeg die het wél
als iets winstgevends (1Tim.6:5)
zien. Of Paulus in ‘gebrek lijden’
ook in ironie bedoelt, is de vraag.
Wellicht heeft hij in de langere
tijd dat hij in Korinthe was, wel
gebrek gehad. Hoe dan ook, de
Heer voorzag tijdig in het nodige.
Waar het de apostel vooral om
te doen was: evangelie brengen,
onderricht geven, en dat zo vrij
mogelijk. Voor niemand tot last
zijn; een uiterst ootmoedige en
genadige houding, voorbeeld
voor ons om na te volgen.
Het is in de gezindheid van die
grote Heer, Christus Jezus!
Woord vandaag
Of doe ik zonde, mijzelf
verootmoedigend opdat
júllie verhoogd worden,
dat ik om niet het evangelie
van God als evangelie
verkondigd heb aan jullie?
2 Korinthiërs 11:7
Paulus kreeg geen salaris,
geen vaste toelage; de
‘voortreffelijkste apostelen’
mogelijk wel.
In 1 Korinthiërs 9:1-19 had
hij geschreven, dat een
evangelist van het evangelie
kon leven (1Kor.9:14,15).
Paulus maakte daarvan geen
gebruik, om het evangelie
om niet te kunnen brengen.
Zo was hij ook te midden van
de Korinthiërs geweest. Men
had niettemin gedacht, dat
hij er wel materieel voordeel
van zou halen. Dat was niet
zo, de laster was er toen, en
is er nu ook -zelfs postuum-
over degenen die Paulus en
zijn evangelie volg(d)en. Die
laster gaat soms over geld,
soms over allerlei anders.
Via gelovigen worden dan
vurige pijlen afgeschoten;
God geeft de wapenrusting
die wij aan mogen hebben.
Woord vandaag
Of doe ik zonde, mijzelf
verootmoedigend opdat
júllie verhoogd worden,
dat ik om niet het evangelie
van God als evangelie
verkondigd heb aan jullie?
2 Korinthiërs 11:7
Prikkelende vragen aan die
uitgeroepenen daar. Paulus
gaat met ironische toon in
zijn betoog door. Intussen
was hij wél ootmoedig, ook
ten opzichte van de critici.
Hij wilde dat zij groeiden, en
zich helemaal in de goede
zin wegcijferen voor hen. In
liefde van God bedoelde hij
het uitstekende te geven.
Daarom riep hij hen op, zeer
omzichtig, te geven voor de
de armen in Jeruzalem, maar
hij wilde zelf op geen enkele
wijze onderhouden worden
door hen. Hij bracht om niet
het evangelie van God aan
hen. De verkondiging was in
Gods genade, om niet – in het
bloed van de Christus alleen –
gerechtvaardigd!
Woord vandaag
Indien ik echter ook gewoon
ben in het woord, toch niet in
kennis, maar in alles worden
wij openbaar gemaakt in alle
dingen aan jullie.
2 Korinthiërs 11:6
Het woord gewoon betekent:
ongeschoold, leek, onervaren,
geen vakman, en dergelijke.
Men keek tegen anderen op
die volgens de Korinthiërs wél
vakkundig konden spreken.
Paulus geeft voorzichtig aan:
toch niet in kennis. Wat hij
als geroepene mocht weten
was (veel) meer dan sprekers
die bij de Korinthiërs geliefd
waren. In de loop van de tijd
zou openbaar worden, hoe
waar de apostel was. God is
het, die grote genade gaf, en
de Heer Christus Jezus werkt
nog steeds door Zijn brieven.
Een bijzonder instrument, de
verlaten apostel, waardevol
voor en door God.