: ‘Oog om oog, tand om tand’! Deze uitspraak uit de Torah is in het dagelijks gebruik een eigen leven gaan leiden, waarbij de eigenlijke betekenis verloren is gegaan. En zo wordt –als zo vaak gebeurt- de uitspraak uit de Schrift verkeerd gebruikt en toegepast.
Een lezeres wees mij er onlangs op, dat in het dagstukje van 2 november 2009 deze uitdrukking door mij gebruikt werd in de betekenis van dagelijkse omgangstaal, terwijl de bedoeling in de Torah anders is.
Zie: http://www.wereldgeschiedenis.com/site/Oog%20om%20 oog.htm
In Exodus 21:22-27 wordt dit genoemd, en dan gaat het niet om het oog van de ander nemen, maar om wat ervoor in de plaats gegeven (Hebreeuws: nathan) wordt!
Jahweh wilde, dat er gerechtigheid zou zijn onder Zijn volk. Er zou compensatie gegeven worden voor de aangerichte schade. Het heeft dus niets te maken met wraak, alles met gerechtigheid. En de Hebreeuwse gerechtigheid zegt: ‘Je ontvangt wat je tekort komt; kom je alles tekort? Dan geef Ik je alles’.
En dan zitten we opnieuw middenin het evangelie: ‘allen zondigden en missen de heerlijkheid van God, en worden gerechtvaardigd om niet, in Zijn genade, door de verlossing (CV: vrijkoping), die in Christus Jezus is’. Paulus, Romeinen 3:23,24.
En zo zie je, dat de geest van de Torah dezelfde is als die in Romeinen doorklinkt!
En die kan alleen en uitsluitend geleefd worden door de kracht van de geest van God, eigen menselijke inspanningen lopen op niets uit. Dan is alle eer aan Hem, en aan Hem alleen!