Want indien in de dienst van
het veroordelen heerlijkheid
was
2 Korinthiërs 3:9a
Na dienst van de dood noemt
Paulus het oude verbond van
de letter: de dienst van het
veroordelen. De standaard in
de gegeven Thora was die van
God. Die lag zó hoog, dat geen
sterveling het kon volbrengen.
De Thora eiste in situaties de
letterlijke dood van de zonen
van Israël. Als het ware doet
Paulus hier een stap terug en
wijst op het veroordelende van
de Thora. De overtreder wacht
veroordeling. Waar de Thora
niet is, is ook geen overtreding
(Rom.4:15); want de wet geeft
verontwaardiging (toorn).
Immers: eerst veroordeling en
dan kon de straf (eventueel de
dood) volgen.
De heerlijkheid van het oude
verbond is: het is Gods woord.
De hoge, ideale standaard voor
de mens is bekend geworden in
die Thora. Mozes’ gezicht zei
daar iets van; dat was wel een
verdwijnende heerlijkheid.