Woord vandaag
Verder is voor mij de krans van
gerechtigheid gereserveerd,
die de Heer, de rechtvaardige
Richter, mij zal teruggeven in
die dag. En niet alleen aan mij,
maar ook aan allen die zijn
verschijning liefhebben.
2 Timotheüs 4:8
Paulus keek uit naar ‘die dag’.
Dat is de dag van Christus, in
Fil.1:6,12 ook genoemd. Zijn
bezig zijn en wandel; het was
alles gericht op die grote dag.
‘Dag’ wil zeggen: licht.
Bij het erepodium zal het Zijn
doordringende licht tonen wat
tot Zijn eer was.
En dat niet alleen; wij zullen
daar erkennen, dat dienstwerk
gedaan kon worden doordat
Hij de kracht ervoor gaf.
Niet alleen is de dag van de
bazuin een genade-moment,
het erepodium is dat ook.
Het woord ‘Richter’ zou ons
niet afschrikken, want Hij is de
genadige Heer. Paulus werd
door Zijn genade overweldigd.
Christus Jezus kwam immers
in de wereld om zondaren te
redden; en dat doet Hij ook!
Woord vandaag
Verder is voor mij de krans van
gerechtigheid gereserveerd,
die de Heer, de rechtvaardige
Richter, mij zal teruggeven in
die dag. En niet alleen aan mij,
maar ook aan allen die zijn
verschijning liefhebben.
2 Timotheüs 4:8
Nu kijkt Paulus vooruit, naar
de ontmoeting met de Heer.
De Heer zal, als rechtvaardige
Richter, de prijzen uitdelen.
Paulus was niet bezig ‘voor
het loon’. Hij had zijn Heer
lief en was geroepen om de
apostel van de natiën te zijn.
Het erepodium, de bèma van
Christus en God, zal bepalen
of iemand van het lichaam
mee zal regeren (2Tim.2:12).
We kunnen daarover lezen
in Rom.14:10; 1Kor.3:10-15;
2Kor.5:10,11; Efe.6:8; Fil.1:6,
10; 3:14 et cetera.
Zo zien we hoe Paulus bezig
was met de toekomst en de
uitbetaling, het erepodium.
Woord vandaag
Ik heb de uitstekende strijd
gestreden. Ik heb mijn loop
ten einde gebracht. Ik heb
het geloof bewaard
2 Timotheüs 4:7
De drie werkwoorden staan
hier in de 1e persoon (ik) en
alle drie als voltooid.
De apostel kijkt terug, en
besefte: het is Gods genade
dat ik de loopbaan af heb
kunnen maken. Zo sprak
hij er voortdurend over in
zijn brieven.
‘Ik heb het geloof bewaard’
constateerde hij vol vreugde.
God had het gegeven.
Hij had Vader vertrouwd in
alle situaties waar hij mee
te maken had gekregen.
Ten diepste was ook dat wat
Vader hem had geschonken.
‘Niet ik, maar de genade van
God die met mij is’.
Woord vandaag
Ik heb de uitstekende strijd
gestreden. Ik heb mijn loop
ten einde gebracht. Ik heb
het geloof bewaard
2 Timotheüs 4:7
De uitstekende strijd is die
van het geloof. Hij wist, als
de apostel: geloof is een rijk
geschenk van God (Fil.1:29).
God geeft aan ieder een mate
van geloof (Rom.12:3).
Hij hield, waar hij ook was,
aan gelovigen de uitspraken
van God voor.
Die bevorderen geloof, geven
vastheid, vertroosten, bouwen
op, bieden verwachting.
Het brengen van het evangelie
van de genade van God, het is
een strijd, een worsteling.
Nu kon Paulus dankbaar
vaststellen, dat zijn loop of
rennen ten einde liep.
Als hij zijn ogen zou sluiten
zou hij – in zijn ervaring –
vrijwel direct de Heer zien!