Derhalve moeten wij
overvloeiender acht geven
aan wat gehoord wordt,
opdat wij niet ooit voorbij
zouden stromen.
Hebreeën 2:1
Het ‘wij’ betreft hier de
schrijver (Barnabas?) en de
gelovigen uit Israël die het
evangelie van het koninkrijk
gehoord hadden. Van harte
geloofden zij in de Messias
Jezus. De brief richt hen op
Hem, zij zouden blijven bij
wat zij gehoord hadden. En
zelfs meer dan dat, want zij
krijgen nu meer te horen in
deze brief. Zodoende roept
de schrijver hen op, zelfs
‘overvloeiender’ te horen.
Anders liepen zij het gevaar,
‘door te stromen’ en weg te
glijden in ongeloof, nu het
beloofde aardse rijk uitbleef.
Laten wij, als leden van het
unieke lichaam van Christus,
meer en meer acht geven op
het goede nieuws dat Paulus
brengt.
Zijn zij juist niet allen ambt
uitoefenende geesten,
afgevaardigd tot dienst
vanwege zij die op het punt
staan redding als lotdeel
te bezitten?
Hebreeën 1:14
De boodschappers zullen
in de komende eonen speciale
diensten vervullen. In het
bijzonder was de dienst van
de hemelse boodschappers
gericht op Israël. Michaël en
Gabriël, boodschappers met
een bijzondere opdracht in
het verleden. Maar ook in
de nabije toekomst hebben
zij een geweldig functie in
verband met Israël.
Gods volk Israël wordt met
‘zij die op het punt staan
redding als lotdeel te bezitten’
bedoeld.
Zij hebben dat op aarde in
de komende eonen; wij te
midden van de hemelsen!
Paulus kwam in Korinthe en kreeg
de heerlijke verzekering van de Heer,
dat Hij met Paulus was: ‘Ik ben met je’.
Paulus mocht nog 1,5 jaar in die stad
en omgeving in het werk van de Heer
bezig zijn. Naluisteren: deel A en deel B
Tegen wie echter van de
boodschappers heeft Hij
eens uitgesproken:
“Zit aan Mijn rechterhand,
tot Ik ook maar Jouw
vijanden tot voetbank
van Jouw voeten zou
plaatsen.”?
Hebreeën 1:13
God heeft Zijn vijanden lief
en de Zoon eveneens. Die
vijanden, hoe veel er ook zijn;
zij worden overwonnen. Door
de kracht en macht en liefde
van de Vader en de Zoon.
In principe is de grote zege
als een feit. Door Zijn dood
en opstanding, heeft de Zoon
vijandige machten openlijk
tentoongesteld en zo over ze
getriomfeerd. Op basis van
dit feit zal God alle vijanden
onder de voeten van de Zoon
brengen. ‘Een voetbank voor
de voeten’ is een beeldspraak
die dat duidelijk maakt.
Wat doen wij met vijanden?
Lees Romeinen 12:19-21.
Tegen wie echter van de
boodschappers heeft Hij
eens uitgesproken:
“Zit aan Mijn rechterhand,
tot Ik ook maar Jouw
vijanden tot voetbank
van Jouw voeten zou
plaatsen.”?
Hebreeën 1:13
De vergelijking tussen de
Zoon en de boodschappers
gaat door. De Zoon is veel
groter, hoger dan hemelse
boodschappers. De vraag
in dit vers is retorisch, je
kunt het antwoord al voor
jezelf geven. Het bekende
citaat is uit Psalm 110:1 en
is door Jahweh over en tot
Zijn Zoon geformuleerd.
De rechter(hand) wijst de
plaats van macht aan. De
Zoon heeft alle volmacht
in de hemelen en op aarde
ontvangen. Het zitten wijst
ook op de rust die daar is;
alles gaat volgens plan. De
uitkomst is zeker, en de
God is altijd actief bezig
om Zijn voornemen door
Zijn Zoon te realiseren.
Copyright © All rights reserved.